Een ander door Reagan onderschreven neo-conservatief credo was: vrede door kracht. Zwakheid zou alleen maar leiden tot capitulatie en uiteindelijk op suïcide neerkomen; dat had het toegeven aan Hitlers eisen in München in 1938 wel duidelijk gemaakt. Onder Reagan kreeg de door schandalen en lekken gedemoraliseerde CIA weer lucht. Op 7 juli 1981 kwam zij met een nieuwe National Intelligence Estimate. Volgens deze analyse beschouwde de Sovjet-Unie haar militaire kracht als doorslaggevende factor in het buitenlandse beleid. Zo lang het Kremlin dacht dat het Westen zwak was, zou het zich assertief en dreigend opstellen. Moskou zag een confrontatie met het Westen als buitengewoon gevaarlijk, maar was wel op een confrontatie voorbereid en bereid om risico’s te nemen op gebieden waar de Sovjet-Unie in het voordeel was. Voor de VS was waakzaamheid geboden, zei de NIE.
De regering-Reagan zette in met een gigantische verhoging van de defensiebegroting. Carter had als reactie op de Sovjet-inval in Afghanistan de defensiebegroting al met 5% verhoogd. Door een rekenfout met percentages kwam de regering-Reagan tot een verhoging van 10% per jaar over de jaren 1980-1985. Het militair-industriële complex kraaide van plezier. Reagan bekommerde zich niet om de details maar gaf aan defensie meer uit dan Nixon, Ford en Carter bij elkaar opgeteld hadden gedaan; meer dan de kosten van de oorlogen in Korea en Vietnam bij elkaar opgeteld. Hij was er van overtuigd dat de Sovjet-Unie de concurrentieslag zou verliezen. De door Carter geschrapte B-1 bommenwerper werd uit de mottenballen gehaald. Veel geld werd besteed aan het verbeteren van de systemen voor Command and Control. De militairen hadden daar eerder geen prioriteit aan gegeven omdat hun voorkeur uitging naar het uitdelen van de ene, alles vernietigende, nucleaire klap. Nu werden zij de kant op geduwd van een langdurige, gedoseerde kernoorlog. Het Amerikaanse kernarsenaal moest worden gemoderniseerd met de M-X (missile experimental) raket die mobiel of in versterkte silo’s kon worden opgesteld. Er moesten er honderd van komen en de eerste raketten dienden in 1986 operationeel te zijn.
De politieke en militaire top van de Sovjet-Unie maakte zich zorgen over deze ontwikkelingen. Werkte de VS aan de mogelijkheid om met een verrassingsaanval de eerste klap uit te delen? Vanaf 1981 werd een nieuw en uitgebreid spionageprogramma opgezet. Alle geheime agenten in het buitenland kregen de opdracht om na te gaan of er ook ongebruikelijke bijeenkomsten van westelijke leiders werden gehouden en op welke ministeries ’s avonds laat de lichten nog brandden. Ook het aankopen van bloedplasma kon op een geplande verrassingsaanval wijzen. De chef-staf van de Sovjet-strijdkrachten zei zelfs dat de VS feitelijk de oorlog al verklaard had. De regering-Reagan was de meest fel anticommunistische in de geschiedenis van de VS.
De escalatie van de spanningen met de Sovjet-Unie was voor de VS volgens het op 17 januari 1983 goedgekeurde beleidsdocument NSDD 75 een weloverwogen keuze. Topontmoetingen waren niet meer vanzelfsprekend maar hingen af van veranderingen in het gedrag van de Sovjet-Unie. Ook de handel en de technologische overdracht hingen daar van af. Akkoorden over wapenbeheersing konden alleen gesloten worden als de Sovjet-Unie reële concessies deed. De VS begon eenzijdig de agenda vast te stellen. Zij wilde het expansionisme van de Sovjet-Unie tegengaan en druk uitoefenen in de richting van een meer pluralistisch politiek en economisch systeem. De macht van de elite moest worden beperkt. Zolang de Sovjet-Unie niet echt werk maakte van liberalisering en het naleven van de mensenrechten, kon van technologische hulp geen sprake zijn. China was volgens het document een bondgenoot waarmee de VS politiek en strategisch kon samenwerken; het overdragen van technologie aan China was wèl mogelijk. De VS moest niet toegeven aan de druk om eenzijdig eerste stappen te zetten in de richting van ontspanning. Er moest juist een grootschalig ideologisch en politiek offensief komen om evolutionaire veranderingen in het Sovjetsysteem te bewerkstelligen. Geheel consistent was dit beleid niet: de Sovjet-Unie en China werden niet gelijk behandeld.
Het was in die context dan ook niet zo erg dat de VS voorstellen tot wapenbeheersing deed die in het nadeel van de Sovjet-Unie uitpakten. In de al gesloten overeenkomsten (als deze al werden nageleefd, wat de neoconservatieven betwijfelden) was de Sovjet-Unie immers bevoordeeld. Nu diende de schade te worden ingehaald. In december 1981 kwam de VS met een voorstel tot beperking van het aantal strategische kernwapens. De Franse en Britse kernwapens waren echter niet meegeteld en het voorstel betrof juist een beperking van te land geplaatste raketten, waarvan de Sovjet-Unie er verreweg de meeste had. De VS kon gewoon doorgaan met het moderniseren van haar atoombommenwerpers en haar nucleaire onderzeeërs. In Europa bestond echter veel verzet tegen het plaatsen van Euroraketten volgens het dubbelbesluit van de NATO. Reagan ontkwam er niet aan om ook de raketten voor de middellange afstand op de agenda van de onderhandelingen over wapenbeheersing te zetten.
In Duitsland had bondskanselier Schmidt zijn SPD nauwelijks meer in de hand. In de VS ontstond een sterke Nuclear Freeze beweging, die op 12 juni 1982 in het New Yorker Central Park een miljoen demonstranten op de been bracht. De doelstelling van de beweging was het stopzetten van het produceren, testen en plaatsen van kernwapens. Reagan moest wel bewegen en legde bij de raketten voor de middellange afstand een nuloptie op tafel: de VS zou geen nieuwe raketten voor de middellange afstand in Europa plaatsen als de Sovjet-Unie haar al geplaatste SS-20 raketten zou ontmantelen. Maar een ten koste van miljarden roebels ontwikkeld, bestaand en geplaatst wapensysteem als de SS-20 kon toch niet uitgeruild worden tegen wapens die alleen nog maar op papier bestonden en nog geplaatst moesten worden? Velen vonden het voorstel niet serieus te nemen. Door voor de Sovjet-Unie onaanvaardbare voorstellen te presenteren, riep Reagan een zichzelf vervullende profetie in het leven over de onverzoenlijkheid en de vijandschap van de Sovjet-Unie.
Er is discussie of er bij Reagan een omkeer van denken kwam: de Reagan Reversal. Klopte het beeld dat Reagan naar buiten toe presenteerde? Wie zijn presidentschap typeert als de grootste rol die deze acteur ooit speelde, hoeft zich dat niet af te vragen (een van Reagans biografieën draagt de titel: The Role of a Lifetime). Wie echter Reagan aanduidt (met Gaddis) als een zeer bekwame politicus en als een van de grootste strategen ooit, krijgt met inconsistenties in het beeld te maken. Men kan dit verklaren als onderhandelingstactiek: Reagan legde, zoals een goed onderhandelaar betaamt, bij de Sovjets niet meteen zijn kaarten op tafel. Het is echter ook mogelijk om te denken aan het vermogen van Reagan om met twee verschillende waarheden te leven. De stijging van de defensielasten maakte bijvoorbeeld het economische herstel door middel van belastingverlagingen onmogelijk. Reagan was een meester in het negeren van signalen in deze richting.
De vraag naar de “echte Reagan” wordt nog belangrijker als het gaat om kernwapens en het systeem van wederzijdse afschrikking: het heeft geen zin om een eerste klap uit te delen omdat de tegenstander ook daarna voldoende kernwapens heeft om een vernietigende tegenaanval te kunnen doen (MAD, Mutual Assured Destruction). In zijn dagboeken stelde Reagan dat hij eigenlijk altijd al een afkeer had gehad van kernwapens en dat hij het dreigen met wederzijdse vernietiging moreel weerzinwekkend vond. Het externe bewijsmateriaal dat dit fraaie zelfbeeld moet ondersteunen, is echter schaars. Op 11 november 1983 sprak Reagan het Japanse parlement toe: het was de gemeenschappelijke droom om de dag te aanschouwen dat de kernwapens van de aardbodem zouden zijn weggedaan. Kon echter een Amerikaanse president die op bezoek was in het land van Hiroshima en Nagasaki met goed fatsoen eigenlijk wel iets anders zeggen? Of moest Reagan wel zwijgen over zijn eigen innerlijke overtuiging om de militaire opbouw die nodig was om de achterstand op de Sovjet-Unie in te lopen niet in gevaar te brengen? Was Reagan eigenlijk een duif in een nest van haviken en poetsten zijn medewerkers deze kant van zijn karakter weg? De Grote Communicator heeft zijn diepste droom in elk geval niet duidelijk gecommuniceerd. Hoe interessant dit alles ook is, de eigenlijke vraag ligt toch ergens anders: hoe moesten de Sovjets wijs worden uit deze wirwar van tegenstrijdigheden? Onduidelijkheid is gevaarlijk: zij kan, gecombineerd met andere signalen, uitgelegd worden als onberekenbaarheid.
Niet alleen het beleid en het beeld ervan roepen vragen op, maar ook de uitvoering van het beleid. Reagan beperkte zich het liefst tot de brede strategie en de communicatie. Zijn ministers en de andere leden van zijn regering konden wel zorg dragen voor de details. Dat betekende echter dat er geen hecht regeringsteam ontstond. Haviken als minister Weinberger van defensie streden met realisten als minister van buitenlandse zaken Haig. Geringe kennis van zaken ging nog al eens samen met haantjesgedrag en zelfoverschatting. Er waren nogal wat veranderingen van personeel op het gebied van buitenlandse zaken en nationale veiligheid. Adviseur voor nationale veiligheid Allen moest binnen een jaar na het aantreden van de regering-Reagan vanwege een schandaal vertrekken. Hij maakte plaats voor Clark, die in oktober 1983 doorschoof naar binnenlandse zaken en opgevolgd werd door McFarlane. Haig beklaagde zich over collega’s die op zijn beleidsterrein kwamen: zijn beleidsterrein als minister van buitenlandse zaken omvatte namelijk de hele wereld. Hij dreigde Reagan een keer te vaak met het nemen van ontslag. Met een telefoontje riep Reagan de zakenman George Shultz uit Londen naar Washington om minister van buitenlandse zaken te worden – nog voordat Haig klaar was met het schrijven van zijn ontslagbrief… Tegenover de begrafenis-caroussel van het Kremlin stond het Witte Huis als een duiventil.