Hande(rs)lingen (5)

Door niemand anders kunnen wij worden gered… (4 : 12)

Wat is redding? En daarbij gaat het om de aarde. Redding op aarde, onder de hemel. Het grote theologische woordenboek er dus bij, kijken bij de r van redding? Maar de theologen zijn de enigen niet met woordenboeken en definities. De antropologen zijn er ook nog: aan wat voor soorten en maten redding heeft een mens zo al behoefte? De economen zijn er ook nog: is er überhaupt een markt voor redding, of is dat een verouderd concept – of zelfs opium van het volk? En de sociologen kunnen er ook wat van: hoe zou een geredde samenleving er uit kunnen zien?

Daar zit ik dan, als bescheiden (?) blogger. Wat heb ik aan al deze expertise toe te voegen? Gewoon het Griekse Nieuwe Testament. In Handelingen 4 wordt hoofdstuk 3 uitgelegd. Daar zegt Petrus tegen een verlamde: in de naam van Jezus van Nazaret, sta op en loop. Daar rijmt 4 : 12 op: zijn naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt. Het rijmt op elkaar. Wat is redding? Dat verlamde mensen op kunnen staan. In de naam van Jezus, door zijn aanwezigheid en kracht.

Het is wegvertaald. Petrus heeft het volgens NBV 21 over de verlamde die gezond geworden is. Letterlijk staat er echter dat hij gered is. Als Petrus het over redding heeft, bedoelt hij geen theologisch, antropologisch, economisch of sociologisch verschijnsel. Hij bedoelt, heel concreet, onder de hemel (in de hemel: dat zal nog eens): mensen staan op, achter Jezus aan. Ze worden opgewekt uit hun verlamming. Ze worden zoals ze waren bedoeld: mens. Niet meer casus, probleemgeval, dossiernummer, patiënt. Redding van mensen: hen gewoon op de been helpen. Zoals ze op Hemelvaartsdag bij mij deden in Dieverbrug toen ik door een fout van een andere verkeersdeelnemer tegen de vlakte lag met een zware e-bike bovenop me. Als je dan weer door behulpzame handen met je geschramde ego weer recht overeind staat… Niet alleen mijn dag was gered; ik zelf ook. Er was een wonder gebeurd. Gevallen mensen staan weer overeind. Mensen die van alles tussen de oren hebben krijgen de ruimte.

Het gaat in Handelingen 4 niet over een leerhuis voor de interreligieuze dialoog. Het gaat over een gesprek tussen Joden. Joden die wél in de Here Jezus geloven en Joden die dat niet doen. Wij moeten eerst maar eens met schaamte erkennen dat de kerkgeschiedenis aan de Joden weinig aanleiding heeft gegeven om opgewekt in de Here Jezus te geloven. Traditionele teksten, de catechese der verguizing, het beklag Gods, werden klakkeloos herhaald. Joden konden nergens goed voor zijn: hun bestaan alleen al was een ontkenning van Christus’ overwinning. Je hiervan bewust worden is niet gemakkelijk. Ook een soort verlamming waaruit je op mag staan. Langzamerhand. Voorzichtig. Joden verdienen rust.

Zending, missionair zijn: die woorden zijn weer centraal geworden in de Protestantse Kerk. Ik ben er bij geweest. Eerst deed men er schamper over: zielen redden door preken op een zeepkist. Dat was natuurlijk ook om vragen weg te houden: welke eigen geloofstaal hebben wij geleerd, welk “dialect” (Handelingen 2 : 11) hebben wij zelf ons eigen gemaakt? Waarom moet ik voor mijn redding, behalve in Dieverbrug, ook en vooral bij Jezus Christus zijn? Voorlopig antwoord in mijn “dialect”: omdat ik dan zeker weet dat God ook bij mij kan. Niemand anders dan Christus is zo diep gegaan. Ik kan nooit zo diep vallen of Hij is daar al geweest, om een weg te banen. Er is een weg door de diepte die niet doodloopt op de begraafplaats of het crematorium. En daarom leef ik nogal opgewekt. Ik hoef Jezus niet krampachtig te verdedigen of aan de man te brengen. Het is juist omgekeerd. Het woord “missionair” werd binnen de PKN een gevleugeld woord. We hebben er hard aan gewerkt – en het ging tegelijkertijd vanzelf. Je praat gewoon met mensen en hebt het binnen de kortste keren over God.

Redding: verlamde mensen staan op. Uit welke verlamming mag ik opstaan? De lamlendigheid van het postmodernisme, dat mij wijs probeert te maken dat alles betrekkelijk is, dat je nergens helemaal voor mag gaan en dat de waarheid altijd in het midden ligt. Ik mag opstaan uit het idee dat inspiratie los verkrijgbaar is, los van mijn eigen rol. Hoe bezielend ben ik eigenlijk zélf bezig? Mag ik iets van God vragen wat ik zelf niet wil uitdragen? Zending is ook dat je de Here Jezus aan jezelf vertelt. Begin maar dicht bij huis. Kan spiritualiteit zonder Spirit? Is christelijk geloof alleen maar een levensbeschouwing? Levensbechouwing: brrrr…

Ik wandel dus vrolijk met God en loop (fiets?) dus niet in zeven sloten tegelijk.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Eén opmerking over 'Hande(rs)lingen (5)'

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: