Na Lucas 2…

Johannes de Doper is bij Lucas meer: Johannes de prediker. Lucas laat de sprinkhanen, de wilde honing en de mantel van kamelenhaar aan Marcus en Mattheüs over. Het gaat hem om de woorden van Johannes, ook tot de tollenaars en tot de militairen. Die vinden we bij Marcus en Mattheüs weer niet. Lucas 3, dus. Na het met Kerst bijna stuk gelezen Lucas 2.

De bijl ligt al aan de wortel van de boom. De wortel is al uitgegraven en blootgelegd. Alles is klaar voor de klap van de kap. Ik lees die woorden van Johannes tweeduizend jaar later en denk: dat kun je nu niet meer volhouden. Of de boom gaat dood, of de bijl verroest en wordt onbruikbaar. Ik geloof in het oordeel van God, maar niet dat het vlak voor de deur staat. Dat geeft een vaag en onbehaaglijk gevoel: moet ik iets geloven waarin ik niet geloof?

“Dominee, gelooft u ook dat we in de eindtijd leven?”. Die vraag liep ik tegen het lijf toen ik nog in de wijk werkte. Ik vind dat een moeilijke vraag want er is geen goed antwoord op. Net als de vraag of je je hond nog steeds schopt. Zeg daar maar eens ja of nee op. Op het moment dat de mevrouw bij wie ik op bezoek was die vraag stelde, deed ze haar kast open om iets lekkers bij de koffie te presenteren. Ik keek over haar schouder mee en zag veel lekkers: wafels, rondo’s, gevulde koeken, sprits. Ik zei: “gezien de inhoud van uw kast bent u nog lang niet uitgetrakteerd; u gelooft zelf niet dat we in de eindtijd leven”. Ze schoot gelukkig in de lach en er ontstond een open en ontspannen gesprek. Maar zij bracht het vage schuldgevoel van veel mensen onder woorden: we zouden veel meer met de eindtijd bezig moeten zijn. Maar na tweeduizend jaar wordt de bijl wel bot: het is niet de tijd om te luchtfietsen. Het is de tijd van internet met cookies en de koektrommel, de tijd van leren voor je toekomst, onderdak bieden aan zoekers, ontdekken wat klimaatgerechtigheid betekent, en… en… en…

De bijl: het is al bijna te laat, bereid u maar voor op het ergste, bouw maar alvast een ark tegen de stijging van de zeespiegel, de nieuwe zondvloed, bondgenoten zoeken, nog gauw excuses voor de slavernij… Niets is hier blijvend. Leusden komt onder water en Amersfoort ligt straks aan zee. Maar dat kan toch niet? Dat is weglopen voor je verantwoordelijkheid. De bijl – of toch weer de koektrommel vol mogelijkheden en uitdagingen – maar nu in het besef dat de voorraad koekjes beperkt is..? De wereld en elkaar afschrijven of toch een weg zoeken…

De mensen vroegen aan Johannes: wat moeten we dan doen? Dat valt nogal mee. Niks offers, radicale koersverandering, duurzame energie, klimaatklevers. Maar heel simpel: de textielcontainer, de voedselbank en de kringloopwinkel. Wie twee stel onderkleren heet, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft, moet hetzelfde doen. Tollenaars, fiscus: vorder niet meer dan wat jullie is opgedragen (het probleem van de Toeslagenaffaire is dat deze uit een opdracht van de Kamer voortkomt). Politie, leger: jullie mogen niemand afpersen en je ook niet laten omkopen, neem genoegen met je soldij. Valt dat even mee. Wat moeten we doen? Gewoon fatsoen en diaconie. Bad, bed, brood. Dit is niet de bijl maar de stofdoek. Spreekt Johannes zichzelf tegen?

Het gaat om een overlevingspakket. Als de bijl al aan de wortel van de boom ligt – dan is er geen tijd meer om breed te studeren op de moraal, op wat een behoorlijk mens zo in het algemeen dient te doen en te laten. Als de bijl al aan de wortel van de boom ligt – dan is er geen tijd meer om breed te winkelen in de supermarkt van de kerk met die onuitputtelijke voorraad aan geloofsartikelen. Dan is het echt: back to basics, of, met het oude catechisatieboekje van vroeger: Het Ene Nodige. Als de bijl al aan de wortel van de boom ligt, dan kom je bij Micha 6 : 8: Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Levende van jou wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Als de bijl al aan de wortel van de boom ligt: kleren delen, eten delen, tevreden zijn en niemand een poot uitdraaien. De bom barst bijna, en in de weinige tijd die nog rest een handvol fatsoensregels. Een overlevingspakket.

Maar als de bijl uit blijft? De Nieuwtestamenticus Joachim Jeremias (Göttingen) muntte de term Gnadenfrist, de notie van het genadig uitstel. De (botte) bijl van Johannes is overruled door Jezus, die groter was dan hij. Ook groter in genade. Het oordeel wordt uitgesteld. Het maakt plaats voor de verkondiging van de gekruisigde en opgestane Heer. De bijl staat voorlopig in het tuinhuisje van de Here God, naast de hark en de bezem. En in die tussentijd is het aan ons om het overlevingspakket van Johannes uit te bouwen met nadenken over een (internationaal) rechtvaardig belastingstelsel, over de mogelijkheid en onmogelijkheid van een rechtvaardige oorlog. Nadenken over misdaden tegen de menselijkheid, het lukraak schieten op burgerdoelen, het verkrachten van vrouwen en meisjes, het klimaat en de giftige atmosfeer in de samenleving. Tweeduizend jaar tijd om na te denken, om het overlevingspakket van toen uit te bouwen tot een handvest. Het geschenk van de tijd.

Er staat eigenlijk nog niet zoveel in het Nieuwe Testament. Want niemand dacht toen aan een heel langdurige geschiedenis .Het Nieuwe Testament heeft het nog niet over de noodzaak van emancipatie en gelijkwaardigheid, regelt niet zoveel over de afschaffing van de slavernij, past zich aan aan de tijd van toen als het gaat over de positie van vrouwen in de kerk, geeft nauwelijks regels over een verantwoorde economie of een verstandige politiek. Want al de Heer er al aan komt en zijn komst voor de deur staat, dan is daar geen tijd voor.

Maar wij kregen die tijd wél. En gelukkig kennen we ook het Oude Testament, en dat bestrijkt een geschiedenis van duizenden jaren en alle terreinen van het leven. Wij kregen de tijd – en de breedte. Dan zou het toch wel zonde zijn als we bij het overlevingspakket van Johannes zouden blijven steken: eten delen, kleren delen, beetje diaconaat en elkaar het vel niet over de oren halen. Het is toch wel jammer dat bij elke verdere ontwikkeling mensen meer hebben gedacht aan een hellend vlak dan aan een helend vlak. Zo van: pas op, gevaarlijk, mijnenveld, waar blijf je, als wij verder gaan dan het Nieuwe Testament… Wij kregen de tijd – en de breedte. Om voor het leven te zorgen. Dan zou het toch wel zonde zijn als we op onze manier onder de leiding van de Heilige Geest niet verder zouden gaan in het spoor van de Bijbel; als we alleen maar zouden napraten, herkauwen, papegaaien.

De (botte) bijl of de vijl, om de rafelranden van de geschiedenis te fatsoeneren? Alles opblazen of proberen op te poetsen waar het nog kan? Met apocalyptiek, met Johannes, kan een mens niet leven. Daarom komt Johannes vrijwel meteen na zijn optreden in de gevangenis terecht. Apokalyptische mensen zijn er vandaag ook. Het einde is nabij en we geloven niet meer in een politiek proces. Harde maatregelen en wegblokkades zijn nu de goede methode. Maar: wegblokkades slagen alleen maar omdat de overgrote meerderheid van de bevolking er niet aan meedoet… Clusters en kloosters slagen omdat de overgrote meerderheid van de bevolking er niet in stapt.

Het werd een heel gesprek. “Wilt u nog een kopje koffie?”. “Graag”, zei ik. “En wilt u er weer iets lekkers bij?”. “Dank u beleefd”, zei ik. “Ik moet aan mijn lijn denken”.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: