De tel kwijt bij Artillerigatan…

Naar aanleiding van: Gustaf Skördeman, Geiger, Amsterdam tweede druk 2022.

In mijn studententijd begon ik boeken in het Engels te lezen. Die waren goedkoper. Het taalgbied is ook groter. “De Bron” van James Michener kostte in de Nederlandse vertaling zo’n twintig gulden. Het Engelse origineel. “The Source” (1965) had 8,50 gulden op de prijssticker staan. Van het verschil kocht ik een Engels-Nederlands woordenboek. Het was eerst een crime om me door het Engels heen te worstelen en elk onbekend woord in het woordenboek op te moeten zoeken. Maar al lezende leert men: ik had het woordenboek steeds minder nodig en werd zelf bijna een rondwandelend woordenboek. Ik hoef nog maar zelden iets op te zoeken. En Engelse boeken zijn nog steeds voordeliger…

Sinds een jaar of tien heb ik een I-pad. Je kunt op zo’n apparaat ook boeken lezen. Voor Engelse boeken ga ik naar Amazon.com. Het bijbehorende lesprogramma Kindle is gebruiksvriendelijk. Je kunt notities maken, gedeelten onderstrepen, en exporteren. Ik gebruik die functies regelmatig bij boeken waar ik over blog. Verder bespaart het kastruimte en levert het geen stofnesten op. De studeerkamer blijft overzichtelijk: één wand met boeken moet voldoende zijn (ik had er vroeger drie!). En een keer per jaar alle boeken langs met stofzuiger en borstel… Ook belangrijk: e-books zijn goedkoper.

Voor buiten in de zon en in de tuin is de I-pad toch minder handig. Dus zo nu en dan (Amersfoort heeft minstens twee goed gesorteerde boekhandels) koop ik een écht boek, dat naar papier, lijm en inkt ruikt. Zo zag ik Geiger op een stapel liggen. Positief beoordeeld (geslaagd debuut, Trouw) en maar tien Euro. De lente brak eindelijk aan, de zon scheen, en ik de tuin in. Met koffie en boek. Je kunt niet de hele dag studieboeken lezen (al lijken er collega’s te zijn die daar anders over denken). Gisteravond heb ik het met een zucht van verlichting uit gekregen en op mijn studeerkamer gelegd om een en ander aan te strepen, voordat het bij het oud papier gaat. Want aangestreepte boeken kun je niet aan een ander doorgeven in verband met de privacy. Ik heb nog een aantal door mijn vader aangestreepte en van notities voorziene boeken- tot lering en vermaak. Maar alleen voor mezelf en intimi, niet voor een ander.

Je mag de plot van een boek niet verklappen. Dan is er voor nieuwe kopers geen lol meer aan. Achtergrond van die plot is de Koude Oorlog. Nu weet ik daar toevallig wat van. Van de “neutrale” koers van Zweden, waar het boek speelt. Heel streng op mensenrechtenkwesties op de noord-zuid as. Oorverdovend stil over diezelfde mensenrechten op de oost-west as. Zelfs toen een met nucleaire torpedo’s geladen Sovjet-onderzeeër van de Whiskey class in het zicht van een Zweedse haven aan de grond liep (het Whiskey-on-the-rocks incident, oktober 1981) hield Zweden zich stil. Als er al samenwerking met de NATO was, gebeurde dat stiekem. Neutraal Zweden: werkplaats voor spionnen en bergplaats voor geheimen. Over Stay Behind organisaties: ondergrondse verzetslegers die op moesten treden bij een Russische bezetting. Daar hadden we in ons land ook eentje van; meerdere ondergrondse wapenopslagplaatsen zijn later door de georganiseerde misdaad leeggeroofd. Die gingen er ook indiaantje (pardon: first nations) mee spelen maar anders dan de oorspronkelijke bedoeling was. Geheimen over ADM‘s: draagbare atoombommen (Atomic Demolition Munitions) die onder wegen en spoorlijnen konden worden geplaatst (en levensgevaarlijk waren voor de militairen die er mee zouden moeten werken omdat de timers niet al te precies waren). En het Stay-Put beleid: er werd wel over evacuaties gepraat, maar het wegennet was alleen voor militair gebruik gereserveerd. De burgerbevolking zou met alle mogelijke (militaire) middelen op haar plaats worden gehouden. Skördeman maakt er een spannende mix van, maar het is te hoog gegrepen: Sovjet-ADM’s onder NATO-wegen, nooit weggehaald en klaar voor gebruik voor terroristen? Autobahnkreuze die je in nucleaire brokstukken om de oren vliegen? Daar heb ik in de literatuur nooit iets over gevonden. En ik heb toch aardig wat over de Koude Oorlog gelezen en geschreven.

Nu ja: fantasie hoort bij een boek. En fantasie heeft de schrijver. Geen van de hoofdpersonen is, wat zij of hij later lijkt te zijngeweest. Een gepensioneerde bekende tv-persoonlijkheid wordt op de eerste bladzijden vermoord. Later blijkt hij een kindermisbruiker te zijn, die kinderen chanteert om op door hem georganiseerde feesten voor de Zweedse elite de gasten te “vermaken”. De gefilmde gasten worden vervolgens door de Oost-duitse Stasi afgeperst en gedwongen om mee te werken aan gunstige politieke uitkomsten voor de DDR. Een andere hoofdpersoon is een bij de zedenpolitie werkzame agent. Zij heeft een agressie-probleem en trapt door haar gearresteerde hoerenlopers (prostitutie is in Zweden strafbaar) graag in het kruis. Haar kinderen worden groter, haar man heeft succes en zij heeft iets van een komende rondlopende midlife-crisis. Zij bemoeit zich vanaf de zijlijn met het moordonderzoek en haar eigen moeder blijkt door het bovengenoemde misbruik zwanger geraakt te zijn. De tv-persoonlijkheid is dus haar vader en zijn dochters, niet zulke sympathieke jeugdvriendinnen, blijken haar halfzusters te zijn – terwijl haar eigen dochter in lingerie naar een eindexamenfeest gaat en haar eigen zoon ondanks het beroep van mama porno zit te kijken (hallo, bent u daar nog?). Eerst slaat zij een gitaar van haar man aan barrels en daarna een viool die zij van haar nu bekende vader gekregen heeft. Het is de bedoeling dat er een hele serie thrillers over deze ietwat bijzondere politievrouw verschijnt. Als zij zo doorgaat, slaat zij in het laatste deel het kerkorgel nog aan barrels. Dat laatste deel krijgt dan de titel: De Pijp Uit (ik heb ook fantasie…).

Indertijd heb ik De ontdekking van de hemel van Mulisch toch maar weggelegd. De schrijver etaleerde te duidelijk dat hij op het gymnasium gezeten had en erudiet was. Aan veel échte gymnasiasten merk je dat niet. Zij hebben geleerd dat zelfbeheersing een van de klassieke deugden is. Narcisten hebben anderen niets te bieden; hun universum zit vol van zichzelf. Skördeman etaleert ook. Hij etaleert Zweden. Geen straatnaam, rotonde, school, plein of instituut blijft ongenoemd. Al lezende begon ik te turven. Op 250 bladzijden (toen hield ik op met turven) 121 straat- en plaatsnamen. Dat gaat opvallen. Zoveel couleur locale, zoveel bijgehouden loop- en rijroutes – de schrijver moet óf erg dol op Zweden zijn óf zo in zijn plot verdwaald zijn geraakt dat hij wanhopig contact met de aarde probeert te maken. Naast mijn leesstoel in de kamer beneden heb ik een Rand McNally atlas liggen: als ik over Amerika lees, wil ik weten waar ik ben. Maar om nu een stadsplattegrond van Stockholm aan te schaffen en die mee naar buiten in de tuin te nemen, vast te houden in de wind en na gebruik weer netjes dicht te vouwen – dat maakt het boek veel duurder dan een tientje.

Vanavond maar weer de I-pad….

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: