Muziekpastor: een avondje Wilhelmus

Ik wil mij gaan vertroosten (562) voor een beslagen ruit (666). Het daagt al in het oosten (444), de morgen niet meer ver: (445) Wilhelmus van Nassaue (708), aartsvader Abraham (803): zij moeten Gode zingen; misericordia (713).

Eens komt de grote zomer waarin zich ’t hart verblijdt (747): er is een roos ontloken (473) met groene eeuwigheid (747). Cantate omnes gentes (117d): hoe wilt Gij zijn ontmoet (441)? O hoofd vol bloed en wonden (576) ben ik, van Duitsen bloed (708).

Kom, zing het lied van Eva die moeder wordt en lacht (738): de toekomst is al gaande (605) nog voor ik U iets vroeg (345). Zo lang wij ademhalen (657) door psalmen in de nacht (657): soms groet een licht van vreugde (910) dat staat in stille pracht (445).

Wat dit voor onzin-tekst is? Je kunt het Wilhelmus op alle tussen haakjes genoemde liederen uit Liedboek 2013 zingen. En dat hebben we donderdagavond in de kapel van Nieuw Hydepark dan ook uit volle borst gedaan. gedaan. Ria, onze weekcoördinator, heeft een hekel aan “bonte avonden” met lofdichten op het vrijwilligersteam, geslaagde en vooral minder geslaagde grappen en grollen, alfabetten en wat dies meer zij. Er moet kwaliteit zijn en daarom wil zij de regie behouden. We zijn het als kernteam van harte met haar eens – al betekent dit dat de donderdagavond voor mijn rekening is. In het programma staat: “op het verkeerde been-quiz”. Daar moet ik dan iets mee.

Naar de kapel, dus. Voor een van onze vrijwilligers – zorgcoördinator Marleen – is dit de laatste Muziekweek. Zij heeft naar eigen zeggen vele jaren meegewerkt en nu de leeftijd bereikt waarop zij afscheid moet nemen. Zij wil daar geen enkele aandacht voor. Maar er is een lied dat over Marleen gaat… Jaap begint zachtjes op de vleugel de melodie van Lili Marleen te spelen – en de zaal zingt mee. Dan moet er ook een tekst zijn. Die wordt in aller ijl rondgedeeld. Toen ik nog in de Dienstenorganisatie werkte, ging geen MT-lid zonder lied weg. Marleen moet ondanks alles grinniken als de zaal uit volle borst meezingt en ik krijg een virtuele knuffel van haar. Gasten en vrijwilligers geven haar een daverende ovatie.

Daarna geef ik een klein college over het Wilhelmus. Het is ontstaan in 1570. Alleen het Japanse volkslied is ouder. De tekst daarvan is voor mij nietszeggend (maar ik ben dan ook geen Japanner): Moge uw (keizer) regering duizend jaar duren, voor achtduizend generaties, totdat de stenen rotsen worden, bedekt met mos. Vanaf 1932 geldt het Wilhelmus als volkslied van Nederland. Voor die tijd was het behelpen met Tollens: Wien Neerlands bloed door d’adren vloeit, van vreemde smetten vrij, wiens hart voor land en koning gloeit, verheff’ den zang als wij. Hij stell’ met ons, vereend van zin, met onbeklemde borst, het godgevallig feestlied in voor vaderland en vorst. Jaap heeft de melodie op Google opgezocht. Wij heffen samen even “met onbeklemde borst” dit “godgevallig feestlied” aan. Dat kun je in ieder geval niet in een kerkdienst zingen, vindt de groep. Over het Wilhelmus is tenminste nog discussie mogelijk. Maar Tollens lijkt teveel op Wilders en Baudet: bloed dat van vreemde smetten vrij is…

Opvallend hoeveel bloed er vloeit in volksliederen. Jaap speelt de melodie van de Marseillaise, en veel mensen zingen de Franse tekst mee. Het is het lied van de troepen uit Marseille die in 1795 Parijs binnentrokken. Aardige melodie, maar de tekst? Komt, kinderen des vaderlands, de dag van de glorie is aangebroken! Tegen ons is de tirannie, het bloedige vaandel van de tirannie, gehesen; hoort gij in de velden het brullen van de vreselijke soldaten? Zij naderen om uw zonen en echtgenotes te kelen! Te wapen, burgers! Vormt uw bataljons! Laten we marcheren, marcheren, totdat het onreine bloed onze voren doordrenkt! Bloeddorstig brullend. Iemand onderbreekt: maar ook in het Wilhelmus komt bloed voor. Jazeker, zeg ik, van Duitsen bloed, maar dat is tenminste keurig gestold…

We hebben die middag in ons programma De Verwondering het Oekraïense volkslied gehoord. Het is geschreven in 1862, als volkslied ingevoerd in 1918, en bij het ontstaan van de Sovjet-Unie verboden. Na de ontbinding van de Sovjet-Unie werd Oekraïne zelfstandig en is het volkslied weer opgestaan. Een beetje onheil zit er wel in. Nog is Oekraïnes glorie niet vergaan, noch zijn vrijheid, nog zal het lot ons, jonge broeders, toelachen. Verdwijnen zullen onze vijanden als sneeuw voor de zon, en ook wij, broeders, zullen heersen in ons eigen land. Onze ziel en ons lichaam zullen we geven voor onze vrijheid, en wij zullen tonen dat wij, broeders, van het bloed der Kozakken zijn. Voor de helsdeuren (van de Holomodor) weggesleept. Tragisch. We hebben het er even over: Stalin die een hongersnood veroorzaakte en miljoenen slachtoffers maakte.

Vergeleken daarbij is de tekst van het Wilhelmus door en door christelijk en tam. Ik vraag hoeveel coupletten van het Wilhelmus (Gezang 708 Liedboek 2013) de mensen uit het hoofd kennen. Het eerste en het zesde rollen er moeiteloos uit. Enkelen kennen vers 14 uit het hoofd: Oorlof, mijn arme schapen die zijt in grote nood, uw herder zal niet slapen al zijt gij nu verstrooid! Tot God wilt u begeven! Zijn heilzaam woord neemt aan! Als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan. Ik ben de enige in de groep die vers 15 uit het hoofd kent: Voor God wil ik belijden en zijne grote macht, dat ik te genen tijde de koning heb veracht dan (behalve) dat ik God den Here, de hoogste majesteit, heb moeten obediëren (gehoorzamen) in der gerechtigheid. Voor mij is dat bepalend in de discussie over het zingen van het Wilhelmus in de kerkdienst. Het is bij mijn weten het enige volkslied ter wereld waarin het woord: gerechtigheid het sluitstuk is, en waarin het principe geldt dat men God meer gehoorzaam moet zijn dan de mensen.

Voetbalfans hebben de gewoonte om de slotnoot van de tweede, vierde en zesde regel twee tellen in plaats van drie tellen aan te houden. Zij willen zo gauw mogelijk aan de wedstrijd beginnen. Daarom zijn de “zangers” altijd eerder klaar dan de muziek. We proberen het even onder luid protest van Jaap uit. Het kan natuurlijk helemaal niet. Maar het gebeurt wel. Muzikaal molesteren…

We gaan het een beetje moeilijker maken. Hoe onthouden wij een lied? Via tekst en muziek, die via twee verschillende kanalen op de harde schijf in ons hoofd terecht komen. Twee kanalen. Een beetje op de manier van het Concilie van Chalcedon over de twee naturen van Christus: ongemengd, ongescheiden, ongedeeld en onveranderd. Hoe moeilijk tekst- en muziekinput te scheiden zijn, blijkt uit het volgende experiment: zing het Wilhelmus (708), maar dan op de melodie van 991: 1 en 3: de eersten zijn de laatsten, wie nakomt, gaat voorop, zij moeten zich niet haasten, die leven van de hoop; zo staat het voorgeschreven, zo is het steeds voorzegd, wie achter is gebleven, krijgt eerstgeboorterecht. Vertel er niet bij welke melodie dit is, maar laat mensen er naar raden. Wat blijkt: mensen die wij “beperkt” noemen, hebben er geen enkele moeite mee.

Verder met het experiment (dat aanleiding is voor enige hilariteit). Zing nu de eersten zijn de laatsten op de melodie van 444 : 1 en 2 : Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal, Hij komt de volken troosten die eeuwig heersen zal, de duisternis gaat wijken van d’eeuwenlange nacht, een nieuwe dag gaat prijken met ongekende pracht. De mensen mogen de melodie raden. En onder leiding van Jaap heffen we “met onbeklemde borst” het Wilhelmus weer aan om te checken of het nog klopt. Dat doet het inderdaad.

De gasten en vrijwilligers krijgen er schik in en zingen Nu daagt het in het oosten op de melodie van 713: wij moeten Gode zingen, halleluja, om alle goede dingen, halleluja, al zijn wij vreemdelingen in schande en in scha, Gij zendt uw zegeningen, halleluja. Weer weet Robert de melodie trefzeker te plaatsen. En we gaan verder door wij moeten Gode zingen te vertolken op de melodie van 117D: Laudate omnes gentes, Laudate Dominum. Jaap heeft zo ongeveer alle Liedboeken uit de kapel opengeslagen op de vleugel liggen, zodat hij niet bladermoe wordt. En weer wordt de juiste melodie door de gasten verenigd met de juiste tekst. Nog even de Wilhelmus-check: het klopt nog steeds. En de gasten snappen nu waarom ik vanmorgen even vrij nam van de koorrepetitie: zoiets moet netjes op papier staan, ik kan het niet uit mijn hoofd. Jaap heeft hetzelfde spoorboekje op de vleugel liggen. Zijn commentaar: “wie dit bedacht heeft, moeten ze opsluiten”…

Moedig voorwaarts, christenstrijders… Laudate omnes gentes op de melodie van 146a: laat ons nu vrolijk zingen, komt, heft uw lied’ren aan, voor Hem, die alle dingen altijd ten dienste staan. Ik wil de Heer daarboven lofprijzen hier op aard, ja Hem van harte loven die hiertoe mij bewaart. En daarna 146a op de melodie van 803: Uit Oer is hij getogen, aartsvader Abraham, om voortaan te geloven in ’t land van Kanaän, om voortaan als een blinde te zien een helder licht, om voortaan helderziende te zijn op God gericht. Na het raden van de melodie doen we weer een Wilhelmus-check. Het klopt nog steeds.

Je moet op tijd weer ophouden. Aartsvader Abraham wordt nu bezongen op de melodie van 841: O hoofd vol bloed en wonden, bedekt met smaad en hoon, o hoofd zo wreed geschonden, uw kroon een doornenkroon. O hoofd eens schoon en heerlijk en stralend als de dag, hoe lijdt Gij nu zo deerlijk? Ik groet U vol ontzag. En we eindigen deze verwarrende muzikale toer weer met het Wilhelmus, maar dan op de melodie van 562: Ik wil mij gaan vertroosten.

Een vrolijk geheel, vooral als ik er bij vertel dat in Liedboek 2013 minstens 32 van deze combinaties te maken zijn. Kennelijk gaat het om een goed in het gehoor liggend ritme van tekst en muziek. Wat er gebeurt als je de tekst van de muziek loskoppelt en regels uit liederen op een van die 32 melodieën aan elkaar plakt, laten we aan het einde van de avond horen. Het is de onzin-tekst waarmee ik deze bijdrage begon.

Probeer dit niet thuis!!!, zeg ik ter afsluiting tegen de gasten en de vrijwilligers…

Qui s’excuse, s’accuse. Aan tafel beneden praten we nog even na. Oneerbiedig? Maar met iets wat je heilig is (ik ken heel veel psalmen en gezangen uit het hoofd of by heart) mag je ook spelen. Het enige vervelende na-effect is dat je na zo’n avond het Wilhelmus alleen maar met een glimlach kunt zingen, want er spelen wat andere melodieën door je hoofd. Je wordt met andere woorden je eigen stoorzender- maar wás je dat ten diepste niet al?

Over de vraag of dit allemaal wel kan tijdens de oorlog in Oekraïne, schrijf ik een aparte bijdrage. Maar dat wordt wél volgende week.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: