Een week muziekpastor

Plek: Nieuw Hydepark, landgoed Hydepark, Doorn. Tijd: 6-13 maart. Deelnemers: 25 gasten (sommigen zelfredzaam, anderen geheel afhankelijk van zorg) en 25 vrijwilligers. Bedoeling van de jaarlijkse muziekweek: samen naar muziek luisteren en zelf muziek maken door mee te doen met koor of orkest. Organisator: het Vakantiebureau (https://hetvakantiebureau.nl/), diaconaal onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland (https://www.protestantsekerk.nl/).

De zaterdag begint met de bijeenkomst van vrijwilligers. Sommigen zijn nieuw, anderen doen dit werk al (vele) jaren. Bedoeling is het vormen van een team. ’s Middags komen, met eigen vervoer of met de rolstoelbus, de gasten. Elke vrijwilliger krijgt de zorg voor een of meer gasten toebedeeld. De assistenten zorgen voor het vervoer van de (vele) bagage naar de hotelkamers van het Rooseveltpaviljoen. Die naam is het enige wat van het oude houten Roosevelthuis overgebleven is. En de spirit, natuurlijk. s‘ Avonds het eerste diner. Ik zorg voor de tafelopeningen en -sluitingen. ’s Morgens heb ik met de vrijwilligers al een lied gezongen: 887 uit Liedboek 2013 (Zingen en bidden in huis en kerk). Doen we nu, bij het diner, ook. Zoon Jaap (ds. J.C. Overeem, geestelijk verzorger bij Talant in Stiens) is deze week de muziekcoördinator. Hij begeleidt moeiteloos op de piano. Een vrijwilliger biedt zich aan om de tafelopening op Biddag te doen. Graag, natuurlijk. De gasten maken onderling kennis en laten zich het eten goed smaken. Sommigen helpen we een handje. Vlees snijden is bijvoorbeeld lastig als je maar één hand hebt die het “doet”. Als vanzelf loopt het diner over in de onderlinge kennismaking in de avond. Geen avondprogramma want de reis naar Doorn was vermoeiend. Een aantal vrijwilligers verdwijnt met Jaap naar de kapel op de tweede verdieping voor een repetitie, om de muzikale begeleiding van de viering van zondagmorgen mogelijk te maken. De gasten gaan vroeg naar bed. De nachtwacht (twee personen) neemt de zorg over. Ik maak de hele dag kennis met de een na de ander.

Zondagmorgen. De anders zo keurige kapel staat nu helemaal vol met rollators en rolstoelen. Geen liturgisch meubilair, want dat “staat in de weg”. Rond de vleugel: violen, een klarinet, en dwarsfluiten. Laagdrempelige liederen uit het Liedboek 2013 zoals 915 (Nobody knows) en 598 (Als alles duister is; dat lied staat ook geprogrammeerd voor het koor en het orkest, die morgen zullen beginnen). Natuurlijk een Psalm: 42. Thema van de viering en van de hele week is: jezelf omhoog zingen. En het verhaal dat daarbij hoort is Handelingen 16 over de Macedonische man. Geen preek, maar een met een headset op tussen de rolstoelen door verteld verhaal. Paulus steekt met zijn team de zee over op zoek naar de Macedonische man uit het visioen, dat Paulus kreeg. De eerste die zij ontmoeten is een Turkse mevrouw/onderneemster, Lydia (maar daarvoor hadden ze de zee niet over hoeven steken). De volgende is de waarzeggende slavin, gevangen in dat ene zinnetje: rondwandelende tegenstrijdigheid, over redding spreken terwijl je zelf gevangen zit. Paulus bevrijdt haar (en zichzelf) van deze “oorwurm” (aanduiding voor iets wat maar door je kop blijft zeuren) en nu komen ineens àlle Macedonische mannen op Paulus en zijn collega’s af: dit is Europa en alle gepraat over bevrijding is goed en wel, maar de zaken gaan hier vóór het meisje. Dan pas zien we de Macedonische man: de gevangenenbewaarder (ambtenaar/dienstklopper). Midden in de nacht gaan Paulus en Silas zichzelf naar de gewoonte van het oude Israël omhoog zingen. De aarde begint te lachen, te schuddebuiken van de pret, en de grendels van de cellen dansen open op de maat van de muziek. Niet door een college of een preek is Europa bekeerd, maar door een lied. Met Jaap achter de veugel, vrijwilligers met violen, een klarinet en dwarsfluiten was het goed zingen! Het slotlied was Gaudeamus Hodie (881), maar dan wél driestemmig in canon. Het is per slot van rekening muziekweek. Als gezegende mensen gaan we weer naar de begane grond. Gauw zondags pak uit en spijkerbroek weer aan. En dan koffie, een zegen op zichzelf. Weer gesprekken met gene of deze. Maakt niet uit of de gesprekspartner een gast is of een vrijwilliger: ik ben er voor iedereen. De kapel is met vereende krachten tot de oorspronkelijke toestand teruggebracht.

Zondagmiddag beginnen Jaap en ik met ons programma “de verwondering”. Vier middagen van 16.00 – 17.00 uur. Gasten en vrijwilligers dienen muzikale verzoeken in, neergekliederd in een klaarliggend schriftje. Jaap en ik zitten een uur van te voren bij elkaar en maken een keuze om tot een samenhangend geheel te komen. We hebben daar veel plezier in en hebben onderling aan een half woord genoeg. Niet teveel Johannes de Heer in één keer (Jaap heeft daar niets meer mee), niet te zwaar klassiek, soms iets verrassends/vervreemdends (“Erbarme Dich” op een knoppenaccordeon, later in de week gevolgd door de originele versie), en geen onderbroekenlol met liedjes over thuiszorgmedewerkers die doortastend beginnen de verkeerde patiënt te wassen (er zijn immers vrijwilligers die bij de thuiszorg werkzaam zijn!). Het gefilterde geheel krijgt een themanaam (bijvoorbeeld: de hartslag van het leven), alles wordt razend snel op de pc bij elkaar gezocht en in de goede volgorde geplaatst. Om 15.55 staat alles op de computer en beginnen we het eerste nummer af te spelen. Je staat verwonderd: uit alle hoeken en gaten van het gebouw en het landgoed stromen gasten binnen en om 16.00 zit iedereen klaar. Na afloop van elk stuk muziek loop ik met de microfoon zachtjes de zaal in naar de indiener van het verzoek voor een kort gesprek: wil je vertellen waarom deze muziek belangrijk voor je is? Mensen luisteren ademloos naar elkanders verhalen. Het opvallende is dat het ook weer een vorm van pastoraat is: er ontstaat interactie tussen de gasten en als iemand hevig zit te snikken (komt regelmatig voor) wordt er een arm om de schouders gelegd door een andere gast. Jaap en ik doen dat niet, want dan moet je het bij iedereen doen en wij komen armen tekort. Maar het programma trekt mensen nog steeds als een magneet. En zo klinken tijdens de vier middagen de Bolero van Ravel, het slot van de 4e (Italiaanse) symfonie van Mendelssohn, “Het ruwhouten kruis” uit Johannes de Heer, “Non, je regrette rien” van Édith Piaf, “Het Dorp” van Wim Sonneveld, de Totentanz van Liszt, “Amazing Grace”, “Eens, als de bazuinen klinken”, het slot van Mahler I (gedeeltelijk), “Er is een God die hoort” en het “Deutsches Requiem” van Brahms. Zondagavond komt een door het Vakantiebureau geregelde verhalenvertelster. Zij boeit de gasten met jiddische verhalen uit Oost-Europa, juist de plek waar nu gevochten wordt.

Tijdens het vrijwilligersontbijt (een uurtje voordat de gasten welkom zijn, meteen na dit ontbijt begint het zorgen voor de gasten – al is hier en daar al wel een kopje thee op bed gebracht) voltrekt zich een wonder. Intimi weten dat ik gierend gek word van het geluid van een stofzuiger. Er wordt die morgen druk en lawaaiig gezogen. Ik vertel de vrijwilligers dat ik “desondanks met gebed wil beginnen”. Ik gebruik een of ander gebed uit het Liedboek met de tekst: “neem van ons weg wat ons storen kan” – en juist als ik die woorden uitspreek, raakt de stofzuiger defect. Ik sluit snel af met “amen” en samen trekken we lachend de conclusie dat er ook vandaag wonderen gebeuren… Deze morgen maken de gasten de keuze: óf het koor onder leiding van Jaap óf het orkest onder leiding van Eline, een ander lid van ons kernteam. Zij heeft thuis de verschillende muziekpartijen al bewerkt. Ik ga met het orkest mee naar boven naar een onmogelijk klein zaaltje (aandachtspunt voor de volgende keer) waar we als haringen in een ton zitten (en een gast die accordeon speelt heeft natuurlijk extra armslag nodig). We hebben een gast die piano kan spelen en daar prima mee uit de weg kan. Andere gasten hebben hun eigen blaasinstrumenten meegenomen of spelen op een keyboard. Ik mag Robin uit Vlissingen begeleiden. Hij komt al vele jaren naar de muziekweek, hij heeft een speciaal notenblad met verschillende kleuren en terwijl hij met één vinger speelt wijs ik op het notenblad aan waar hij is en waar hij naar toe moet. Hij is wild enthousiast en bromt na elk nummer (hij is moeilijk te verstaan) dat “wij” het er heel goed afgebracht hebben. Ik antwoord dat hij er het meest aan gedaan heeft en hij straalt. En in drie repetities gaan wij op weg naar een heus orkest. Vrijdagmorgen de generale repetitie, samen met het koor, voor het slotconcert van vrijdagmiddag.

We gaan deze week naar het Muziekcentrum van de Omroep voor een repetitie van het Nationaal Filharmonisch Orkest. Op de rol staat “Le Sacre du Printemps” van Strawinsky (première in 1913). Dat is een brok muziek dat je niet zonder voorbereiding op je gasten mag loslaten, dus op maandagavond geeft Jaap een uitstekende presentatie over Strawinsky, de leerling die zijn leermeester Rimsky Korsakov boven het hoofd groeide. We krijgen de structuur van Le Sacre uitgelegd en horen fragmenten. Jaap oogst dik applaus. Het vragenrondje daarna levert een kreet op: “dit is geen muziek!” terwijl anderen dat bestrijden. We komen er uit door de stelling dat Le Sacre de culturele weergave is van het openingssalvo van de Eerste Wereldoorlog, die een jaar later zal uitbreken. Alle tradities en modellen staan in één keer op de helling. Ik denk even aan Karl Barth en de Römerbrief. Boeiend, zo’n avond. En de gasten zitten er met hun reacties helemaal in.

Dinsdag: koor en orkestrepetitie, de verwondering, en ’s avonds twee dames en een elektronische heer die meezingers afspelen en zingen. Ik trek mij in een ver hoekje van de zaal terug in een stoel met de benen omhoog en val prompt in slaap, tot lering en vermaak van gasten en vrijwilligers. Zo is de Zuiderzeeballade mij bespaard gebleven. De “twee reebruine ogen” hebben mij voor het inslapen nog even aangestaard. Niemand hoeft alles mooi te vinden… Ter verontschuldiging: ik heb de middagrust gemist vanwege een extra kernteamoverleg: een gast overschrijdt (verbale) grenzen tegenover onze vrouwelijke vrijwilligers door het maken van seksuele toespelingen. Ik heb de gast even apart genomen en hem de gele kaart gegeven. Alle vrijwilligers zijn ingelicht. Later hoor ik dat het vaker voorkomt bij beginnende dementie. Maar als je ziet hoe verstijfd en gebruikt de slachtoffers zich voelden: zet je je beste beentje voor en word je ineens onverwacht pootje gehaakt… Daarna hebben zich gelukkig geen incidenten meer voorgedaan.

Woensdag twee hoogtepunten: ’s morgens naar Hilversum voor de orkestrepetitie en ’s avonds in de kapel een echt pianoconcert van Wouter Harbers. De repetitie is indrukwekkend: de dirigent buigt het orkest om naar een precisie-instrument en maakt met veel ingrepen duidelijk hoe hij Strawinsky interpreteert. Het vervoer met zeven elektrische rolstoelen, opklapbare rolstoelen en vele rollators heeft vele voeten in de aarde. Gelukkig mogen we per touringcar. We kunnen na aankomst meteen doorlopen naar de concertzaal. Vriendelijke mensen van het MCO staan klaar om ons op te vangen. Op de terugweg rijden we een ommetje door de omgeving. Het avondconcert is in de kapel. We krijgen handigheid in het omhoog en omlaag brengen van een grote groep mensen. Niemand gaat alleen de lift in; er is altijd een vrijwilliger bij. Wouter legt direct contact met zijn toehoorders. Hij is niet alleen een bekwaam pianist (hij laat na een verzoek van een gast een hondsmoeilijk stuk van Chopin uit zijn auto halen en voert het vrijwel foutloos uit) maar ook een mensenmens. Wij zijn allemaal enthousiast over zijn variaties op ”Abide with me”. En er worden later op die avond veel cd’s met zijn muziek aangeschaft.

Donderdag de vaste programmapunten van orkestrepetie (met Robin) en het oefenen van het koor. ’s Middags de verwondering. ’s Avonds mag ik de mensen een beetje aan het lachen maken (daarover volgt nog een aparte bijdrage). En vrijdag sta ik vrijwel de hele dag naast Robin, ’s morgens bij de generale repetitie en ’s middags bij de concertuitvoering. Het is verbazingwekkend hoe snel Eline en Jaap als dirigenten dit resultaat kunnen neerzetten. De gasten zijn trots. “Dit hebben we dan toch maar weer mooi met elkaar neergezet, we denken in mogelijkheden en niet in beperkingen”. Ook Robin is apetrots: voor hem het hoogtepunt van de week. Daarna het feestelijke slotdiner. Ik sta voor een gast het vlees te snijden als ik uit een ooghoek zie hoe even verderop aan tafel Robin onwel wordt. Vlug wordt hij door zijn zorgverleners uit de zaal weggereden en de zorgcoördinator gaat er meteen achteraan. Het diner gaat gewoon door, maar vanaf mijn zitplaats kan ik de oprijlaan zien waar een ambulance met zwaailicht aan komt rijden. De vrijwilligers die het zien reageren professioneel, de gasten hebben gelukkig niets in de gaten. Na afloop van het diner krijgt het kernteam de melding dat Robin (47 jaar, progressieve spierziekte) overleden is. Zijn familie is door de ambulance-arts al op de hoogte gebracht. De politie komt langs (standaard bij dit soort situaties). En wij werken vliegensvlug: iemand zoekt foto’s van Robin uit om op de muur te projecteren, een tafel wordt leeggemaakt voor de Paaskaars uit de kapel, onder de grote klok in de hal komt een tafel met een condoleanceboek waar gasten en vrijwilligers iets in kunnen schrijven, er worden elektrische kaarsen aangestoken. Om half negen zit iedereen in de zaal voor de koffie – en doe ik de mededeling dat Robin overleden is. Er gaat een enorme schokgolf door de zaal. Eerst de informatie, dan de eerste duiding (hij is nu gewoon met de andere Muziek mee en speelt nu de sterren van de hemel, goed dat hij de hele week met het hoogtepunt heeft meegemaakt). Jaap speelt op het keyboard waarop Robin de hele week gespeeld heeft: “als alles duister is…”. Het is een beetje het Lied van de Week geworden. We zingen allemaal mee, want iedereen kent het nu. Ik beantwoord vragen, we kijken naar de foto’s en daarna ga ik op een krukje met een bakje troost in de hand de verschillende gasten langs. Er zijn er bij, die niet lang meer te leven hebben en dat ook hebben verteld. Er zijn er bij, zie zelf een progressieve spierziekte hebben en bij wie nu even de angst om het hart slaat. Ook voor dit soort situaties ben je muziekpastor. Ook al is het even in mineur…

Zaterdagmorgen. Afscheid van de gasten. Emotioneel. Maar ook dank voor de manier waarop wij het aangepakt hebben. Afscheid van de collega-vrijwilligers. “Wil je me niet zo stevig omhelzen, want anders moet ik janken”. En daarna naar huis. Een topweek. Wat een verhaal… Volgend jaar weer. D.V.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

2 gedachten over “Een week muziekpastor

  1. Nog een keer: wat verdrietig dat Robin, die ik zes jaar heb mogen meemaken, gestorven is. Ik heb dit meerdere malen meegemaakt, ook in andere weken. Ik bid dat ieder die hierbij is betrokken kracht krijgt dit verdriet te verwerken en te dragen

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: