Eerste fragment. De Israëlische leider Jefta doet heel stoer een gelofte aan de HEER: als U mij de overwinning op de Ammonieten geeft, zal de eerste die mij uit mijn huis tegemoet komt van U zijn. Laat nu de eerste die hem tegemoet komt zijn dochter zijn: zijn oogappel, zijn enig kind. Jefta verontschuldigt zichzelf tegenover zijn dochter: “ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen” (Rechters 11 : 35 NBV21). Zo gezegd, zo gedaan. Het zijn vaak mannen die grote woorden spreken en dure eden zweren. Zij rijden zich vast in het moeras van hun eigen retoriek en kunnen dan niet meer terug. Al te vaak worden jonge mensen, de volgende generatie, het slachtoffer. Generaals sterven netjes in bed, soldaten aan het front niet. Jonge vrouwen en meisjes moeten zich bergen.
Tweede fragment. Rusland heeft zich kennelijk voorbereid op het volgens het handboek voeren van een grote oorlog. Strijdkrachten verzamelen en trainen, voorraden en aanvoerlijnen voorbereiden, en aanvallen uit verschillende richtingen om de tegenstander uit de tent te lokken en tot een beslissende veldslag te dwingen. Volgens de Russische verwachtingen kan het Oekraïense leger een dergelijke overmacht niet aan. Dat hebben de maarschalken en generaals ook aan Poetin beloofd: binnen een of twee etmalen zal Oekraïne zich over moeten geven. Oekraïne houdt zich echter niet aan de spelregels van de grote oorlog en heeft zich op een “kleine” oorlog voorbereid: het massaal uitdelen van speldenprikken. Je kunt een olifant ook met een zakmes vermoorden, als je maar genoeg mensen met zakmessen hebt. Een dergelijke asymmetrische oorlog is voor de aanvaller bijna niet te winnen. We hebben het in Vietnam en in Afghanistan gezien. Naarmate Oekraïne de ongelijke strijd langer kan volhouden, verliest Poetin aan prestige. Asymmetrische strijd is om razend van te worden. David heeft niets aan de klassieke wapenrusting van Saul. Met zijn eigen slinger en stenen is hij Goliat te vlug af en helpt hij de reus naar de Filistijnen (1 Samuël 17). Wie niet sterker is dan de tegenstander moet slimmer zijn.
Derde fragment. Iemand kan tot koning omhoog vallen. Prediker zag dat al. “Je bent beklagenswaardig, land, als je koning een kind is en zijn raadgevers al in de morgen naar een feestmaal gaan” (Prediker 10 : 16). Als je dan ook nog klein van stuk bent (Poetin komt niet verder dan 1,70) en daar vroeger altijd mee gepest bent, is de neiging om omhoog te willen vallen en te compenseren om in de wereld van de “grote mensen” mee te gaan doen extra groot. Zacheüs de Kleine werd niet voor niets hoofdtollenaar: met een uniform aan en een grote pet op kan hij zijn vroegere kwelgeesten terugpakken. Niet dat het hem verder helpt; hij hoort er volgens de mensen nog steeds niet bij. Hij kan wat hen betreft de boom in. Totdat Jezus deze fiscus uit de ficus plukt (Lucas 19 : 1 – 10). Een koning kan ook omlaag vallen. Van de machtige en trotse Nebukadnezar blijft in Daniël 4 blijft alleen een verstotene over die op een grasdieet moet. Zeven jaren vegetarisch eten schijnt zuiverend te zijn voor lichaam en geest. (Zelf heb ik daar geen ervaring mee).
U telt de fragmenten voortaan zelf wel. Wat bezielt Poetin? Het lukt hem niet een geloofwaardige casus belli voor de aanval op Oekraïne te presenteren. Daarom spreekt hij ook niet over een oorlog maar over een militaire operatie (zoals Nederland indertijd sprak over politionele acties in – toen nog – Nederlands-Indië). In de Tweede Wereldoorlog hebben nogal wat Oekraïners de kant van de Nazi’s gekozen. Maar dat was een reactie op de holomodor, de in de jaren dertig door Stalin veroorzaakte hongersnood in Oekraïne die miljoenen mensenlevens kostte. Stalin had weinig nagelaten om zich gehaat te maken. Het “denazificeren” van de Oekraïense regering is een drogreden waarmee Poetin speculeert op de angst van de Russen voor een nieuwe aanval vanuit het westen. De Grote Vaderlandse Oorlog tegen Duitsland met zijn tientallen miljoenen slachtoffers is in Rusland nog lang niet vergeten. Voor een restauratie van een groot Russisch rijk met Poetin als nieuwe tsaar en onder de leiding van de Russisch(!)-Orthodoxe Kerk loopt buiten Rusland helemaal niemand warm. Ik heb ook niet de verwachting dat gewone Russische mensen er massaal voor in beweging komen. Zij protesteren juist tegen de oorlog. Hoe komt Poetin erbij om Oekraïne aan te vallen terwijl er vanuit Oekraïne geen werkelijke dreiging is?
Oud-minister van buitenlandse zaken van de VS Henry Kissinger zei eens dat een gek met een handgranaat in een afgesloten kamer vol mensen een ijzersterke onderhandelingspositie heeft. Chamberlain heeft in de dagen voor de Tweede Wereldoorlog de onvergeeflijke fout gemaakt door Hitler te zien als een spiegelbeeld van zichzelf: een staatsman met gevoel voor fair play, die positief zou reageren op Engelse aanpassingen en concessies over Tsjecho-Slowakije. Hij kwam bedrogen uit. Engeland had tegenover Hitler een straatvechter als staatsman nodig en dat werd Churchill. Was Hitler alleen maar een gek? Nee, want hij hanteerde een eigen rationaliteit – die overigens anders was dan de rationaliteit van de vrije wereld. Wie Poetin alleen maar voor gek verklaart, maakt het zichzelf te gemakkelijk. Ook de gek met de handgranaat van Kissinger hanteert een eigen rationaliteit. Wat bezielt Poetin?
Revanche. Poetin voelt zich gekleineerd (Zacheüs!) door de instorting van de Sovjet-Unie. Een wereldrijk ging verloren, toen hij als KGB-agent in Dresden vlak voor de val van de muur geheime papieren verbrandde. In plaats van een evenwicht kwam een door de VS geclaimde overwinning en een pax Americana. Ondanks werkelijk gedane beloften (ik heb daar vaker over geschreven) breidde het grondgebied van de NATO zich naar het oosten uit en dreigt nu zelfs voormalige republieken van de Sovjet-Unie te gaan omvatten. Clinton vertelde aan Jeltsin dat Rusland door de deur moest die het Westen open zette. De uitbreiding van de NATO kon wel over de verkiezingen heen getild worden maar niet meer stopgezet. Het westen is voor deze grief te weinig gevoelig geweest. Daarover had gepraat kunnen worden: alles pleit voor het nadenken over een nieuw Europees veiligheidssysteem. Maar die hele gedachte is nu door Poetin zelf aan flarden geschoten. Nieuwe grieven tussen oost en west stapelen zich op. Het heeft nu geen zin meer om te steggelen over de vraag wie er over toen gelijk heeft.
Een hervatting van de Koude Oorlog tussen oost en west: we zagen het niet aankomen. De generatie waar ik deel van uitmaak (bouwjaar 1949) heeft met hart en ziel geloofd in een nieuw Europa en een vredesdividend. Geld voor defensie kon beter besteed worden aan mondiale opbouw. Wij komen nu van een koude kermis thuis. Ik troost mezelf met het boek van Patrick Dassen: De Weimarrepubliek (Amsterdam 2021). Wie de periode van 1918 tot 1933 alleen maar beoordeelt naar wat er tevoorschijn kwam, het Derde Rijk, doet volgens dit boek aan de hoop, verwachtingen, inspanningen en idealen van de mensen van toen geen recht. De Weimarrepubliek had sociaal, wetenschappelijk, cultureel en maatschappelijk grote verdiensten. Er zaten constructiefouten in. Maar die hoefden niet noodzakelijkerwijs tot de machtsgreep van Hitler te leiden. Om (vergelijkbaar daarmee) de hele periode na 1991 nu af te doen als soft idealisme van mensen die graag “vredesduifjes” horen (die term las ik vanmorgen in het Nederlands Dagblad) is mij te gortig. Ik ben benauwd voor een neoconservatief “zie je nu wel?-effect”. Wordt Europa straks alleen maar een belangengemeenschap onder de defecte paraplu van een achterhaald NATO-fascisme onder de leiding van de VS? Als het nodig is, kan ik ook schelden. Maar het helpt niet zoveel…
Het westen komt nu met tegenmaatregelen. Sancties, gesloten luchtruimen, Shell en BP weg uit Rusland, banken losgekoppeld van het internationale betalingsverkeer. Heel eendrachtig. Heeft Poetin zich vergist? We zijn heel eensgezind. Ook heel voorspelbaar. Duitsland verandert van koers en verdubbelt het defensiebudget. Nederland levert scherpschuttergeweren en antitankraketten. De NATO verplaatst haar strijdkrachten naar voren. Het moet en het is onvermijdelijk. Tegelijkertijd leveren we Poetin precies daarmee de ontbrekende argumenten die hij voor zijn casus belli nodig had. De Russische economie stort in en daar is het westen met zijn agressieve beleid de oorzaak van. De roebel raakt in een vrije val. Niemand van de oligarchen kan nog bij het in belastingparadijzen als Nederland gestalde zwarte geld. Gewone Russen en gepensioneerden voelen het in hun portemonnee en in hun boodschappentas. Het leven wordt onbetaalbaar. Het westen brengt Poetin precies waar hij wil zijn: dicht bij een nieuwe Grote Vaderlandse Oorlog met desnoods een nucleaire troefkaart. De noodzakelijke argumenten zijn door het westen al aangeleverd. En hier wordt al gepleit voor een kortsluiten van afgesproken procedures om Oekraïne binnen de kortste keren lid van de EU te maken. De zoveelste nagel aan onze eigen doodskist.
Negende fragment. De Jefta’s met hun geloften en escalaties verdringen zich. Elke zet vraagt om een tegenzet die net een stapje verder gaat, om spierballen te tonen en geloofwaardigheid te bewijzen. En niemand kan een stap terug zetten. Verstandige onderhandelaars laten altijd een achterdeurtje open: je moet de tegenstander niet vastzetten maar een (eervolle?) aftocht gunnen. Maar die verstandige onderhandelaars zie ik nog niet. Wij overschreeuwen onszelf in onze woede en verontwaardiging. Poetin brengt nu zelfs de nucleaire dreiging in stelling: het Vaderland is in gevaar en we moeten ons met alle beschikbare middelen verdedigen. Poetin heeft dat van de Amerikanen afgekeken, die in een officieel beleidsdocument in 1953 al stelden: in the event of hostilities, the United States will consider nuclear weapons to be as available for use as other munitions. De gedachte aan een beperkte en beheersbare kernoorlog is een onuitroeibare ketterij. Een tegenstander die zo duivels is dat je hem met kernwapens bestookt, wordt niet ineens zo redelijk dat je samen op de pauzeknop drukt en onder het genot van een kop koffie de resterende problemen gaat bespreken.
Laatste fragment. Toch weer uit de Bijbel. “Vertrouw niet op mensen met macht, op een sterveling, bij wie geen redding is” (Psalm 146 : 3). En wat daar verder volgt, zeiden ze vroeger.