Not one inch eastward, had de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Baker driemaal aan Gorbatsjov toegezegd. De NATO zou, behalve als het over Duitsland ging, letterlijk pas op de plaats maken.
Het versmalde proces rond Duitsland en de NATO begon zichzelf echter te versnellen. Van 10-12 februari 1990 vond in Ottawa een conferentie van de ministers van buitenlandse zaken van de lidstaten van de NATO en van het Warschaupact plaats. De conferentie zou over het luchtverkeer gaan (Open Skies), maar de agenda werd gekaapt door wat in de dagen daarvoor in Moskou was gezegd en gebeurd. Baker wist de instemming van alle relevante landen voor de 2+4 formule te krijgen en herhaalde de verzekering: geen uitbreiding van de NATO naar het oosten. Shevarnadze bracht in dat het hem veel te vlug ging: men sprak over de eenwording van Duitsland alsof deze al een feit was.
Op 24 februari spraken Bush en Kohl elkaar op Camp David. Bush beklemtoonde de band tussen de NATO en Duitsland. Als Bonn het op een akkoordje met Moskou zou gooien – hereniging zonder NATO-lidmaatschap of demilitarisering van het Oosten van Duitsland – zou de VS aan invloed verliezen. Bush wenste geen “tweede Frankrijk” in de NATO. Duitsland moest volledig lid zijn en in zijn geheel vallen onder artikel 5 van het NATO-verdrag: de verplichting tot wederzijdse verdediging. Het oosten van Duitsland zou wel een speciale militaire status kunnen krijgen. Genscher was niet bij het onderhoud aanwezig; hij liep met zijn pleidooi voor de CSCE en voor het demilitariseren van het oosten van Duitsland teveel uit de pas. Het zou volgens Bush en Kohl nodig zijn om Gorbatsjov regelmatig te raadplegen. Kohl onderstreepte de noodzaak van financiële en economische steun aan de Sovjet-Unie. Bush antwoordde dat Kohl beter bij kas zat dan hij: de Duitse economie presteerde op dat moment beter dan de Amerikaanse en Bush zat met de onbetaalde rekeningen van Reagans beleid. Hij zag de Sovjet-Unie niet als gelijkwaardige partner: zij had de Koude Oorlog naar zijn zeggen verloren en diende zich ook zo te gedragen, en niet proberen er alsnog met de eerste prijs vandoor te gaan. Bush had een overwinnaars-mentaliteit en dacht geen moment aan het creëren van een tweede Versailles of aan de naoorlogse steun van de VS aan Europa inclusief het overwonnen Duitsland. De contouren van de latere Russische kwestie begonnen zich af te tekenen: de Sovjet-Unie werd niet serieus genomen.
Baker bracht op 4 mei aan Bush verslag uit van het gesprek dat hij op die dag met Shevarnadze had gevoerd. Baker had in dat gesprek ingebracht dat de NATO moest worden aangepast en dat de CSCE moest worden versterkt. Het proces moest geen winnaars of verliezers opleveren, maar een nieuwe legitieme Europese structuur die inclusief en niet exclusief zou zijn. Twee weken later sprak Baker in Moskou met Gorbatsjov. Gorbatsjov kwam met de optie dat een verenigd Duitsland in de context van een pan-Europees proces buiten de bestaande militaire blokken zou blijven. Baker maakte duidelijk dat de CSCE versterking nodig had, maar die toekomstige CSCE was een droom en de NATO was een feit. Gorbatsjov kwam zelfs met het idee dat de Sovjet-Unie lid van de NATO zou worden. Baker verzekerde Gorbatsjov dat de VS haar strategie om de landen van Oost-Europa los te weken van de Sovjet-Unie had opgegeven: het ging de VS er om in samenwerking met de Sovjet-Unie een stabiel Europa op te bouwen. Shevarnadze gaf een ernstige waarschuwing af: als een verenigd Duitsland lid van de NATO zou worden, kon de perestrojka in de Sovjet-Unie haar draagvlak verliezen.
Op 17 mei hield de secretaris-generaal van de NATO, Manfred Wörner, een toespraak voor het Bremer Tabak Collegium. Hij toonde veel begrip voor de Sovjet-Unie die praktisch geen bondgenoten meer over had. Haar wens om niet uit Europa weggeduwd te worden was zonder meer gerechtvaardigd. Zij zou een belangrijke rol moeten spelen bij de opbouw van een nieuw Europees veiligheidssysteem. De CSCE kon echter met haar 35 lidstaten de NATO met haar 16 lidstaten niet vervangen. Zij kon immers geen vuist maken omdat elke lidstaat een vetorecht had; zij kon geen sancties opleggen of een koers afdwingen. De belangen, sociale structuren en de waarden van de lidstaten liepen ver uiteen. De CSCE kon bij een conflict, zeker als daar een lidstaat bij betrokken was, geen gezamenlijk veiligheidsbeleid formuleren en kracht bij zetten. Alleen de NATO verbond de VS en Canada met Europa. Als de Sovjet-Unie ooit zou overgaan tot het gebruiken van geweld, zou – zonder NATO – niemand Europa te hulp kunnen schieten. Het ontbinden van de NATO was daarom geen optie.
Mitterrand kwam op 25 mei in Moskou op bezoek. Hij kon Gorbatsjov niet meer tegemoet komen in diens bezwaren tegen een NATO-lidmaatschap van het verenigde Duitsland; dat was toen voor hem een gepasseerd station. Wel moesten er veiligheidsgaranties voor de Sovjet-Unie komen. Mitterrand schreef over dit bezoek een brief aan Bush. Hij maakte duidelijk dat Bush Gorbatsjov niet voor een voldongen feit moest stellen. Op 31 mei werd in Washington de top tussen Gorbatsjov en Bush gehouden. Bush stelde dat het absoluut niet de bedoeling was om de Sovjet-Unie op wat voor manier dan ook te benadelen. Gorbatsjov kwam met de mogelijkheid dat het verenigde Duitsland zowel in de NATO als in het Warschaupact verankerd wou worden. Baker vond deze optie van een dubbel lidmaatschap schizofreen. Gorbatsjov waarschuwde dat de bevolking van de Sovjet-Unie niet de indruk moest krijgen dat deze niet serieus genomen werd; in dat geval zou het draagvlak voor de onderhandelingen en voor de toenadering verdwijnen. Hij bevestigde nog eens de uitspraak van Helsinki over de keuzevrijheid van staten voor hun allianties.
Thatcher ontmoette Gorbatsjov op 8 juni in Londen. Zij toonde zich voorstander van het omvormen van de NATO naar een meer politieke dan militaire organisatie. De Sovjet-Unie moest erop kunnen vertrouwen dat haar veiligheid verzekerd was. De CSCE zou als paraplu boven dit alles kunnen functioneren. De Sovjet-Unie moest volledig en volwaardig aan het gesprek over de toekomst van Europa deel kunnen nemen. Weer waarschuwde Gorbatsjov dat een eenzijdig besluit van het Westen de Sovjet-Unie tot de conclusie zou brengen dat haar veiligheid op het spel stond.
Wat Gorbatsjov vreesde, is uiteindelijk onder Poetin werkelijkheid geworden. Het Westen reageerde met verbazing, ontkenning, en hypocrisie. Toen de NATO over een lidmaatschap van vroegere deelstaten van de Sovjet-Unie, Georgië en Oekraïne, begon te praten, was voor Rusland de grens bereikt. Tot hiertoe en niet verder!