De al bestaande spanningen in de DDR liepen op toen de regering op 4 oktober de grens met Tsjechoslowakije sloot. Praag was immers niet bereid om de toestroom van DDR-vluchtelingen naar de West-Duitse ambassade in Praag te blokkeren. De suggestie van de DDR om een Muur om de ambassade op te trekken en een extraterritoriaal DDR-complex ter opvang van de vluchtelingen op Tsjechisch grondgebied te vestigen, maakte geen enkele kans. Tsjechoslowakije was de laatste uitweg uit de DDR die nog over was gebleven. Velen hadden van die uitweg gebruik gemaakt. Er waren drie golven van jonge en vaak hoog opgeleide vluchtelingen. De ambassade van Bonn zat vol en de straten in de buurt waren verstopt door het grote aantal Trabants die de vluchtelingen hadden achtergelaten.
De vertrekprocedure verliep echter traag door een staaltje van Duits-Duitse Gründlichkeit. De West-Duitse ambassade verstrekte de vereiste officiële formulieren waarmee DDR-burgers hun burgerschap konden opzeggen. Die formulieren werden ter verwerking overgebracht naar de DDR-ambassade in Praag. Deze ambassade verklaarde niet meer dan 100 formulieren per dag te kunnen verwerken. Na retourontvangst van de verwerkte formulieren verstrekte de West-Duitse ambassade de nieuwe identiteitspapieren en reisdocumenten. De eerste golf vluchtelingen (6.000 mensen) vertrok op 30 september in zes speciale treinen via de DDR naar de Bondsrepubliek. De tweede golf (8.270 mensen) volgde op 4 oktober in acht speciale treinen, weer via de DDR. De leiding van de DDR besloot op 24 oktober de grens met Tsjechoslowakije weer per 1 november te openen, om de druk van de ketel te halen. Nu gingen de Tsjechische autoriteiten dwarsliggen en eisten òf het sluiten van de grens òf de opschorting van het verdrag dat het afreizen van DDR-burgers via Tsjechoslowakije verhinderde. De DDR-autoriteiten besloten toen dat het niet meer nodig was om het burgerschap van de DDR via een aparte procedure op te zeggen. Mensen konden daardoor veel sneller vertrekken; de enige beperking was de logistieke capaciteit van de spoorwegen. Op 4 november vertrokken zes treinen met 6.458 vluchtelingen naar de Bondsrepubliek. Honderden reisden rechtstreeks met eigen vervoer naar de grens tussen Tsjechoslowakije en de Bondsrepubliek. Het was het begin van een enorme golf: volgens het Praagse ministerie van buitenlandse zaken vertrokken tussen 4 en 10 november 62.500 DDR-burgers naar de Bondsrepubliek. In Praag was men bezorgd dat de onrust in de DDR naar Praag zou overslaan omdat al maar wachtende DDR-burgers daar konden gaan demonstreren. Het geduld van de Tsjechen raakte op en de DDR kreeg het dringende verzoek om het grensverkeer met de Bondsrepubliek zelf, en niet meer via Tsjechisch grondgebied, af te wikkelen.
Op 4 oktober stopten twee treinen op het station van Dresden. De ene trein zat vol met teleurgestelde reizigers die tevergeefs hadden geprobeerd naar Tsjechoslowakije te reizen: de grens was gesloten. De andere trein, streng afgegrendeld, zat vol met vluchtelingen uit de ambassade in Praag op weg naar de Bondsrepubliek. Het was niet mogelijk om van de ene trein op de andere over te stappen. In Dresden begonnen dan ook massale demonstraties die oversloegen naar Leipzig en Berlijn. In Dresden klonk voor het eerst de slagzin: wir sind das Volk. Men accepteerde niet meer dat het volk door de partij werd gedefinieerd en ingekaderd. Het grondvlak kon zelf wel uitmaken hoe het volk in elkaar zat. De demonstraties werden de grootste publieke bijeenkomsten sinds het neerslaan van de Berlijnse opstand in 1953. De wekelijkse wakes in kerken trokken duizenden mensen.
DDR-leider Honecker had in januari 1989 bij de herdenking van de vijfhonderdste geboortedag van de theoloog en opstandeling Münzer gezegd dat de Muur nog wel vijftig tot honderd jaar kon blijven staan als de redenen voor het bestaan ervan aanwezig bleven. De Muur was sterk en bestand tegen slijtage: het gebruikte beton was vermengd met asbest. De vluchtelingenstroom via Hongarije en Tsjechoslowakije ondermijnde het prestige en de legitimiteit van het DDR-bewind. Niettemin ging men onverstoorbaar door met het voorbereiden van de feestelijkheden ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van de DDR op 7 oktober als een gelegenheid die het dichter bij komen van de eindoverwinning van het socialisme markeerde. Het was bizar: Honecker leek het contact met de werkelijkheid helemaal verloren te hebben. Hij beleed de noodzaak van perestroika alleen met de mond. Bij zijn ontmoetingen met Gorbatsjov prees hij de perestroika de hemel in; in de stille hoop dat deze daar ook zou blijven.
Gorbatsjov moest weinig van Honecker hebben. Pas na lang aarzelen en met de toezegging op zak dat hij niet alleen met Honecker maar met de hele leiding van de SED zou spreken, kwam Gorbatsjov naar Honeckers feestje. Deze ontving zijn bondgenoten en buitenlandse gasten in het hermetisch van de rest van Berlijn afgegrendeld Palast der Republik. Gorbatsjov werd door de mensenmenigte luid toegejuicht. Honecker werd met stilte bejegend; hij was daar diep verontwaardigd over. In een privégesprek met Honecker en daarna met het Politbureau maakte Gorbatsjov in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk dat Honecker en de SED moesten bewegen; wie niet op tijd in beweging kwam, zou door de geschiedenis ingehaald worden. De Sovjetstrijdkrachten kregen, anders dan in 1953, de opdracht om in de kazernes te blijven. Daarmee werd het ingrijpen tegen de demonstraties voor de eigen veiligheidskrachten van de DDR praktisch onmogelijk.
Honecker dacht er serieus over na om toch geweld te gebruiken. Kort na het jubileum ontving hij een hoogwaardigheidsbekleder uit China en sprak hij zich positief uit over het neerslaan van de “contrarevolutie” in juni in Beijing. Toen was de maat voor zijn collega’s vol. Honecker werd op 18 oktober afgezet en vervangen door Krenz. Hij was toen 77 jaar. 18 jaar was hij aan het bewind geweest en hij was ver over zijn uiterste houdbaarheidsdatum heen. Krenz kreeg de steun van Gorbatsjov, die ter wille van de continuïteit liever mensen uit het midden aan het roer zag dan doorgewinterde hervormers. Krenz opende op advies van Gorbatsjov de grens met Tsjechoslowakije weer om de druk van de ketel te halen. Maar zou een “Honeckerisme zonder Honecker” voldoende zijn om de onrust bij de bevolking in te dammen en het vertrouwen te herstellen? Wat Krenz kon doen, was te weinig en het kwam te laat. Het aantal demonstranten groeide tot in de honderdduizenden. Krenz kwam er achter wat Honecker verborgen had gehouden: de DDR draaide voor het grootste deel op kredieten uit het Westen. Stopzetting daarvan zou de toch al magere levensstandaard met 25-30% verlagen. De DDR kon geen kant meer op en was feitelijk failliet. Binnen een paar weken verloor het land 200.000 burgers.
Het verzoek uit Praag om het grensverkeer niet meer via Tsjechisch grondgebied af te handelen kwam als laatste zetje in een proces van herziening van de reisbepalingen dat al aan de gang was. Het Politbureau stelde de nieuwe bepalingen op 9 november vast. Het was de bedoeling deze bepalingen min of meer geleidelijk in te voeren en de reikwijdte ervan uit te breiden. Door een blunder tijdens de persconferentie leek het alsof de nieuwe maatregelen meteen van kracht werden, voor iedereen golden en onbeperkt reizen mogelijk maakten. Het nieuws verspreidde zich razend snel toen de Westduitse tv het oppikte. De bevolking van Oost-Berlijn toog massaal naar de Muur. De grensbewakers vroegen om nieuwe instructies maar kregen te horen dat de top van de SED in een vergadering zat en niet gestoord kon worden. Niemand anders wilde de verantwoordelijkheid nemen om naleving van de oude reisbepalingen desnoods met geweld af te dwingen. De Muur brak als het ware doormidden en honderden, later duizenden, trokken West-Berlijn binnen. Daarmee was het proces dat in Hongarije en Tsjechoslowakije begonnen was, voltooid.