Cursief: de vuile handen van de VS

Hoe heeft men in 1961 ooit kunnen denken dan een invasie van een legertje van 1400 door de CIA getrainde Cubaanse huurlingen zou leiden tot een spontane volksopstand tegen Castro? Kort na het fiasco van het Varkensbaai-project stelde de inspecteur-generaal van de CIA in een vernietigend rapport vast dat de ramp was veroorzaakt door de nonchalance van de CIA. Zij zou het project onvoldoende hebben gesteund en gecontroleerd.

Tegenstemmen dat de regering van de VS op het allerhoogste niveau verantwoordelijk was (er was geen luchtsteun omdat er geen Amerikaanse vliegvelden mochten worden gebruikt) werden achter een muur van geheimhouding gemetseld. President Kennedy en zijn broer, de minister van justitie, moesten uit de wind worden gehouden. Het mocht niet uitlekken dat de Kennedy’s toestemming hadden gegeven voor één uur luchtsteun door ongemarkeerde toestellen van het vliegdekschip Essex. De uit Nicaragua binnenvliegende bommenwerpers moesten immers worden beschermd. Het liep op niets uit omdat het Pentagon geen rekening hield met het tijdsverschil tussen Nicaragua en Cuba. De bommenwerpers en de marinevliegtuigen konden elkaar niet vinden. De werkelijke stand van zaken en een door de CIA zelf vastgelegde geschiedschrijving werden pas in 2011 bekend na een rechtszaak met een beroep op de Freedom of Information Act.

Er zijn heel wat minder frisse details boven komen drijven. Na het mislukken van de invasie hielden de Kennedy’s wat Cuba betreft voet bij stuk. Op 19 januari 1962 verklaarde Bobby Kennedy namens de president in een vergadering dat het oplossen van het Cubaanse probleem de hoogste prioriteit voor de Amerikaanse regering vormde. Alle andere overwegingen zoals de beschikbaarheid van mensen en middelen moesten voor deze prioriteit wijken. Het Pentagon begon plannen te maken voor het uitdelen van militaire plaagstoten, zoals schijnaanvallen op Cuba. De reactie van de Cubaanse strijdkrachten kon dan als provocatie van en agressie tegen de Amerikaanse strijdkrachten worden voorgesteld. Er was dus een niet verklaarde oorlog tussen de VS en Cuba aan de gang. Operaties als “Mongoose” en “Northwood” kregen presidentiële goedkeuring, mits de zaak niet uitlekte en er geen rechtstreekse inzet van Amerikaanse strijdkrachten zou zijn. De mogelijkheden en plannen waren legio: het uitlokken van incidenten rond de marinebasis Guantanamo Bay; het opblazen van een (onbemand) Amerikaans vaartuig in de buurt van de Cubaanse kust (compleet met lijsten van doden en gewonden voor de krant); het gefingeerd (of werkelijk!) tot zinken brengen van een boot vol Cubaanse vluchtelingen en de schuld daarvan bij Cuba leggen; het met vliegtuigen zonder markering uitvoeren van luchtaanvallen op suikerrietvelden in de Dominicaanse Republiek en Cuba daarvoor verantwoordelijk stellen; het (simuleren van) het neerschieten van een passagiersvliegtuig boven Cubaans grondgebied; en het plegen van “door Castro georganiseerde” aanslagen tegen Amerikaanse burgers op Amerikaans grondgebied. Het gaat volgens een deskundige om de meest verderfelijke plannen die ooit door de Amerikaanse regering gemaakt zijn.

Bij de plannenmakerij bleven de organisaties van Cubaanse ballingen een belangrijke rol spelen. Op instigatie van een van deze organisaties is op 6 oktober 1976 Cubana Flight 455 met een aan boord gesmokkelde bom opgeblazen. Alle 73 inzittenden kwamen om het leven. In juni was de CIA al op de hoogte van plannen om een aanslag op een vliegtuig te doen. Cuba werd niet ingeseind. De Venezolaan die de bom aan boord van het vliegtuig smokkelde liep in en uit bij de FBI-attaché in de ambassade in Caracas. De aanslagplegers waren in dienst van het bedrijf van de Cubaanse balling Luis Posada Carriles, die agent voor de CIA was (geweest). Posada stond bij de CIA in hoog aanzien; hij zou in aanmerking kunnen komen voor een baan bij een nieuwe Cubaanse regering na de val van Castro. Er is een notitie in Posada’s handschrift gevonden met een beschrijving van mogelijke doelwitten voor bomaanslagen. Op vier van deze doelwitten zijn in de zomer van 1976 aanslagen gepleegd.

Posada werd in Venezuela gearresteerd vanwege zijn aandeel in de aanslag op het vliegtuig, maar wist uit de gevangenis te ontsnappen. Hij werkte samen met Oliver North bij het illegaal bewapenen van de Contra’s in Nicaragua. In 2005 vroeg hij asiel in de VS aan vanwege zijn verdiensten voor het land. De regering Bush kwam in grote verlegenheid want de president had verklaard dat geen enkele natie terroristen mocht herbergen. Posada werd na twee maanden verblijf in Miami gearresteerd vanwege het illegaal binnendringen van de VS. Hij werd vrijgesproken, werd verder ongemoeid gelaten en overleed in 2018 in de VS. Tijdens de toenaderingspogingen tussen de VS en Cuba onder president Obama is de positie van Posada uitvoerig aan de orde geweest [1].

Het lot van vlucht MH17 staat in ieders geheugen gegrift. Het Koreaanse toestel (KAL 007) dat op 1 september 1983 boven de Sovjet-Unie verdwaalde en neergeschoten werd is niet in het vergeetboek geraakt. Een enkeling weet nog dat de USS Vincennes op 3 juli 1988 Iran Air vlucht 655 bij vergissing neerhaalde. Cubana Flight 455 is vrijwel vergeten. Uit het bewustzijn verdrongen of er uit weggemasseerd? De VS, zelf slachtoffer geworden van terrorisme, kon toch niet verantwoordelijk zijn voor door de staat gesanctioneerd terrorisme?


[1]              Zie over Posada en de aanslag de National Security Archive Briefing Books 153, 157, 202, 218 en 288.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: