De rakettencrisis van 1962 (2)

Meteen nadat Kennedy op dinsdagmorgen 16 oktober op de hoogte was gesteld van de Sovjet-raketten op Cuba riep hij het Excomm van de NSC bij elkaar. Dit Executive Committee is op deze datum ingesteld. Het bestond uit leden van de NSC en andere adviseurs. De vergaderingen van het Excomm zijn in opdracht van Kennedy stiekem op de band opgenomen. Even kwam een diplomatieke optie op tafel om Cuba via Brazilië te benaderen. Zou het mogelijk zijn Cuba los te weken van de Sovjets en hun raketten, in ruil voor het opgeven van de economische boycot van Cuba door de VS? Een eerder in dat jaar ondernomen poging was verzand. Maar het doen van deze zet zou verklappen dat de Amerikanen van de raketten op de hoogte waren, en dan werd een verrassingsaanval op Cuba onmogelijk. De optie werd terzijde gelegd.

Er ontstond in het Excomm een debat tussen haviken en duiven, die beide pleitten voor ingrijpen. Johnson bevond zich onder de haviken, die aangevoerd werden door LeMay. Deze was, na het commando over SAC gevoerd te hebben, nu chef-staf van de luchtmacht. LeMay pleitte voor het intens bombarderen van Cuba met desnoods een kernaanval op Cuba en op de Sovjet-Unie. De bommenwerpers van SAC waren eigenlijk alleen geschikt voor kernwapens en niet voor conventionele missies. Een chirurgische precisie-aanval op de raketbases was onmogelijk, dus bleven als conventionele mogelijkheid alleen langdurige bombardementen over ter ondersteuning van een landing op Cuba.

Als voorzorgsmaatregel werden in Florida 100.000 militairen gemobiliseerd. Het militaire transport per trein omvatte zoveel dat normaal passagiersvervoer dagenlang onmogelijk was. De plannen voor de militaire bezetting van Cuba waren gemaakt: de proclamatie van het nieuwe militair gezag en de bijbehorende pamfletten waren voorbereid. De militaire top schatte het aantal verliezen bij een invasie op 18.500 Amerikaanse militairen, mits er geen kernwapens werden gebruikt. De minder ingrijpende optie, die op dinsdagavond door minister van defensie McNamara op tafel werd gelegd, was een blokkade van Cuba door de marine. Men sprak liever over een quarantaine, want een blokkade was een oorlogsdaad. Intern in het Pentagon werd overwogen of het mogelijk zou zijn om Guantanamo Bay op te geven in ruil voor het weghalen van de raketten.

Het debat tussen haviken en duiven bleef vooralsnog onbeslist. Twee dagen later vond een van de merkwaardigste ontmoetingen van de Koude Oorlog plaats: een twee uren durend gesprek van Kennedy en Gromyko, nu minister van buitenlandse zaken van de Sovjet-Unie, op het Witte Huis. Beiden legden hun kaarten niet op tafel. Er werd niet gesproken over de al op Cuba geplaatste raketten. Kennedy herhaalde alleen maar zijn eerder gegeven waarschuwing dat de Sovjet-Unie geen aanvalswapens op Cuba moest plaatsen. De discussie in het Excomm ging intussen verder. LeMay waarschuwde dat een blokkade net zo erg was als het appeasement van Chamberlain, en dat het in de binnenlandse politiek gevaarlijk was om een zwakke indruk te maken. Kennedy reisde naar het westen van de VS in verband met de verkiezingscampagne maar brak op zaterdag zijn reis af, zogenaamd vanwege een verkoudheid. Hij begon veel te voelen voor het idee van een blokkade, maar dan als eerste stap, waarop andere stappen konden volgen; anders kreeg hij de haviken niet mee. Een blokkade hielp immers niet tegen de al geplaatste raketten.

Op maandag 22 oktober werden de bondgenoten van de VS, de leiders van het Congres, en de oud-presidenten Truman, Hoover en Eisenhower ingelicht. ’s Avonds hield Kennedy een tv-toespraak waarin hij de rakettencrisis onthulde. Ambassadeur Dobrynin kreeg de tekst van de toespraak van te voren, zodat hij Chroesjtsjov van de Amerikaanse reactie op de hoogte kon stellen. In de toespraak kondigde Kennedy als eerste stap de blokkade aan en vroeg hij om een spoedzitting van de Veiligheidsraad. Chroesjtsjov kon de afgekondigde blokkade als daad van oorlog opvatten; daarom werden als voorzorgsmaatregel alle B-52 bommenwerpers met vier kernwapens geladen en over civiele vliegvelden verspreid. 1/8 deel van het totale aantal toestellen moest permanent in de lucht zijn, en de helft van de bommenwerpers op de grond moest binnen het kwartier kunnen opstijgen. Op het hoogtepunt van de crisis cirkelden 56 nucleaire bommenwerpers permanent rond de Sovjet-Unie, klaar om op elk moment aan te vallen. In totaal ging het om 2.000 vluchten en bijna 50.000 vlieguren. De bommenwerpers werden in de lucht bijgetankt.

De militaire paraatheid werd verhoogd naar het op een na hoogste niveau: DefCon 2. Intercontinentale raketten werden gereed gemaakt voor lancering en kernonderzeeërs zetten koers naar hun geheime lanceerposities. In de landen van het Warschaupact werden de verloven ingetrokken. In Nederland werd het afsluiten van de IJssel door middel van de IJssellinie voorbereid. Het was een toestand van nog net geen oorlog. De bevelhebber van SAC, generaal Power, probeerde zijn naam eer aan te doen door op 24 oktober het bevel tot de hoogste staat van paraatheid ongecodeerd per radio aan de bommenwerpers door te geven. Hij had geen toestemming voor deze eigenmachtige stap op de escalatieladder. Moskou kon uiteraard niet weten dat het Witte Huis niet achter het ongecodeerde bericht stond.

Op woensdag 24 oktober trad de blokkade in werking. De Sovjet-militairen in Cuba kregen eerst toestemming om in geval van een invasie door de VS tactische kernwapens in te zetten. Chroesjtsjov schrok dus niet terug voor een kernoorlog op Cubaans grondgebied, evenmin als Castro, die dit zag als uiterste consequentie van zijn revolutie. Kort daarna stelde Chroesjtsjov echter zijn standpunt op verzoek van zijn gematigder collega’s in het Kremlin bij. De minister van defensie haalde de teugels nog strakker aan: het inzetten van kernwapens op Cuba was uitgesloten, tenzij op uitdrukkelijk bevel van Moskou. 180 schepen van de US Navy lagen klaar om de blokkade af te dwingen. Chroesjtsjov gaf vijf schepen die onderweg naar Cuba waren maar de blokkadegrens nog lang niet bereikt hadden opdracht om terug te keren naar de havens. Eén met raketten beladen schip liep vlak voor het in werking treden van de blokkade een Cubaanse haven binnen.

Maar het was in Washington niet bekend of Chroesjtsjov bakzeil zou halen en onder welke voorwaarden hij dit zou doen. Tot ongenoegen van de marinecommandanten bleef het Witte Huis de touwtjes strak in handen houden als het ging om de rules of engagement en de manier van implementatie van de blokkade. Het Witte Huis was bezig met micromanagement maar wist niet dat de vier Sovjet-onderzeeërs in het gebied nucleaire torpedo’s aan boord hadden. De door het Witte Huis vastgestelde spelregels: met lichte explosieven (dus geen dieptebommen) aan de Sovjet-onderzeeërs kenbaar te maken dat zij ontdekt waren en aan de oppervlakte moesten komen, waren de Sovjets onbekend.

Op donderdag 25 oktober kwam de Veiligheidsraad in spoedzitting bijeen. VS-ambassadeur Stevenson toonde namens de VS het bewijsmateriaal voor de aanwezigheid van Sovjet-raketten op Cuba aan de wereld, nadat de gezant van de Sovjet-Unie, Zorin, het bestaan van deze raketten had ontkend. De dramatische tv-beelden gingen de hele wereld over. Eén dag later liet SAC de geplande proeflancering van een ICBM vanaf Vandenberg Air Force Base in Californië gewoon doorgaan, terwijl de andere raketten op deze basis van kernkoppen werden voorzien en met doelwitten in de Sovjet-Unie werden geprogrammeerd. Nog een dag later steeg een U-2 spionagevliegtuig van SAC op van een basis in Alaska om de door Sovjet-kernproeven ontstane radioactiviteit in het noordpoolgebied te meten. Door het noorderlicht raakte de piloot gedesoriënteerd; het vliegtuig kwam in het luchtruim van de Sovjet-Unie terecht. De Sovjets probeerden tevergeefs de U-2 met hun MiG-straaljagers uit de lucht te schieten. De luchtmacht van de VS stuurde toen met kernraketten bewapende jachtvliegtuigen, die de U-2 tegemoet vlogen en uit het Sovjet-luchtruim terug naar Alaska escorteerden. McNamara werd pas anderhalf uur na de schending van het Sovjet-luchtruim op de hoogte gesteld (het verhaal is in 2008 bekend geworden). Op dezelfde dag werd een U-2 spionagevliegtuig boven Cuba neergeschoten met een Sovjet-raket. De piloot kwam daarbij om het leven. SAC wist van het bestaan van de lanceerinrichtingen voor luchtdoelraketten, omdat deze op verzoek van Fidel Castro in verband met een mogelijke invasie hun zoekradars hadden ingesteld. SAC had dus een risico genomen. De Sovjet-commandant per plaatse had Moskou niet tijdig kunnen bereiken en had toen op eigen houtje op de lanceerknop gedrukt.

Noch het Witte Huis, noch het Kremlin was van te voren op de hoogte van deze gebeurtenissen. Als beide partijen van de ergste scenario’s zouden uitgaan, konden deze incidenten alleen maar als bewijzen van agressieve bedoelingen uitgelegd worden. Het neerschieten van de U-2 boven Cuba was voor LeMay aanleiding om te adviseren onmiddellijk met de bombardementen en de invasie te beginnen. Niemand in het Witte Huis wist dat de Sovjets ook kernraketten voor de korte afstand op Cuba hadden geplaatst en dat deze op de marinebasis Guantanamo Bay gericht stonden. Vanwege het militaire rumoer in de VS was Chroesjtsjov bang dat Kennedy de zaak niet meer in de hand had. Een militaire machtsgreep past niet binnen de traditie van de VS, maar was Chroesjtsjov daar in voldoende mate van op de hoogte?

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: