Vietnam: de eerste ronde (3) 1954 – 1957

De vredesconferentie in Genève zette op 8 mei 1954 de onderhandelingen over een wapenstilstand in Vietnam op haar agenda. Er bleken waren slechts twee partijen te zijn die de strijd wilden voortzetten; de Viet Minh en de VS. Voor Ho Chi Minh, die 2/3 deel van het land in handen had, was het een bittere pil om zich boven de 17e breedtegraad te moeten terugtrekken: de lijn waardoor Vietnam voorlopig in tweeën zou worden gedeeld, totdat twee jaren later algemene verkiezingen zouden worden gehouden. Hij wilde niet, maar werd onder druk gezet door zijn bondgenoten. De Sovjet-Unie koerste onder leiding van Chroesjtsjov aan op vreedzame co-existentie. China wenste geen eindeloze (wapen)wedloop met de VS in Vietnam en had belang bij een Noord-Vietnamese bufferstaat aan de zuidelijke grens, zoals het ook al een Noord-Koreaanse bufferstaat in het noorden had. Zo werden de Amerikanen op afstand gehouden. Ho heeft zijn bondgenoten daarna nooit meer volledig vertrouwd en weigerde later, toen de Vietnamoorlog in volle gang was, naar hen te luisteren. Matiging van zijn standpunt zou alleen maar nadeel voor hem betekenen.

De VS bekrachtigde de resultaten van de conferentie niet, maar nam er slechts kennis van. De regering wilde de strijd liever voortzetten. Een handtekening onder een document dat de helft van Vietnam “weggaf” aan de communisten was om binnenlandse politieke redenen ondenkbaar. De VS kondigde alleen maar aan dat zij vrije verkiezingen onder auspiciën van de VN zou steunen. Maar de regering vermoedde dat Ho wel eens 80% van de stemmen zou kunnen krijgen. Alle andere landen waren oorlogsmoe. De nieuwe Franse premier, Mendés France, had thuis beloofd af te zullen treden als er per 20 juli geen overeenkomst over een wapenstilstand was gesloten. De Fransen hadden er geen moeite mee om zich ten zuiden van de 17e breedtegraad terug te moeten trekken. De lidstaten van de NATO vonden dat Frankrijk zich beter op de Europese zaken kon concentreren. En de neutrale staten in Azië zagen dat hun ontwikkeling door de oorlog afgeremd werd.

In de wapenstilstandsovereenkomst van Genève stond verder vermeld dat Noord- en Zuid-Vietnam geen buitenlandse bases op hun gebied mochten hebben, en dat geen van beide landen zich bij militaire allianties mocht aansluiten. Er werd van uitgegaan dat de Fransen in Zuid-Vietnam de verkiezingen zouden voorbereiden en zich daarna zouden terugtrekken. Er zaten echter twee hiaten in de bepalingen van de overeenkomst. In de eerste plaats was de overeenkomst niet ondertekend door een Zuid-Vietnamese regering, die zich er dan ook niet aan gebonden hoefde te voelen. In de tweede plaats was niet voorzien dat Amerikaanse hardliners de moegestreden Fransen zouden gaan vervangen. De VS had de overeenkomst niet ondertekend en voelde zich er later ook niet aan gebonden. De oorlog tot her-kolonisatie was ten einde, maar er kwam geen vrede voor in de plaats.

In Noord-Vietnam werd de regering door Ho geleid. Hij begon landhervormingen door te voeren. Dat ging bepaald niet zachtzinnig. Landeigenaren werden in werkkampen opgesloten of geëxecuteerd. Franse en Amerikaanse schepen brachten 1 miljoen vluchtelingen naar het Zuiden over. Ho was niet alleen maar teleurgesteld door de Amerikanen, die hem in 1945 in de steek hadden gelaten, maar ook door de Russen en de Chinezen. In Zuid-Vietnam kwam Ngo Dinh Diem met Amerikaanse hulp aan de macht. Hij was fel anticommunistisch, een nationalist in hart en nieren, en behoorde tot de Rooms-Katholieke minderheid in het land. Vanaf september 1954 liep de Amerikaanse hulp aan Zuid-Vietnam niet meer via Frankrijk, maar werd deze rechtstreeks aan de regering-Diem gegeven. Er kwam een einde aan de Franse afscherming van de Vietnamese markt en Japan kreeg er een afzetgebied bij.

De voor het jaar 1956 beloofde verkiezingen zijn nooit gehouden. Diem weigerde om zelfs maar met Noord-Vietnam te overleggen. Zijn regering had de akkoorden van Genève niet ondertekend. Diem wist dat hij in eerlijke verkiezingen geen schijn van kans maakte tegen Ho. De VS steunde Diem in deze weigering. Dit veroorzaakte wel consternatie, maar Moskou en Beijing legden zich erbij neer. Eden, de nieuwe Britse premier, vond dat zijn land door de VS behandeld werd alsof het niet meer gewicht had dan Australië. Toch wilde hij geen conflict aangaan, want daarvoor had Groot-Brittannië teveel belang bij de VS als bondgenoot.

Diem roeide alle sporen van de Viet Minh in zijn land uit. Hij regeerde als een despoot. Hij luisterde meer naar zijn familie en bondgenoten in Vietnam dan naar de VS. De Amerikaanse hulp maakte Diem verdacht bij de bevolking van Zuid-Vietnam. Het door de VS getrainde en uitgeruste leger van Zuid-Vietnam werd een eigen politieke machtsfactor, die uiteindelijk tot de ondergang van Diem leidde. De Amerikaanse zeggenschap over Vietnam was niet zo groot als de buitenwereld dacht en stelde minder voor dan de Franse zeggenschap in de koloniale periode.

Het Franse parlement verwierp eind augustus de plannen voor de EDC, de Europese defensiegemeenschap. De Fransen dachten dat zij daarmee de herbewapening van Duitsland tegen hadden gehouden. In plaats daarvan kregen zij echter het Duitse lidmaatschap van de NATO: niet meer een gezamenlijk Duits leger, maar een zelfstandig Duits leger binnen een gezamenlijke commandostructuur en zonder massavernietigingswapens. De VS stond op de herbewapening van Duitsland. De relatie tussen Frankrijk en de VS was bekoeld. Frankrijk begon te werken aan een eigen atoomwapen en trok zich later terug uit de bevelsstructuur van de NATO.

De crisis rond Dien Bien Phu was geheel van Franse makelij. Bevelhebber Navarre had een onmogelijke taak en ondervond onvoldoende politieke steun van het thuisfront. Hij moest een correcte militaire omelet bakken zonder politieke eieren te breken. Elke vraag om versterking was in Frankrijk onbespreekbaar. Het aantal directieven waar Navarre mee te maken had, was te groot en de opdrachten waren vaak onderling tegenstrijdig. De keuze voor Dien Bien Phu als beslissend slagveld was echter geheel de zijne. De VS is terecht niet ingegaan op de Franse verzoeken om rechtstreekse militaire steun. Toen Dien Bien Phu eenmaal omsingeld was en door de artillerie van Giap werd gebombardeerd, was de situatie zonder grootschalige bombardementen niet meer te redden. De Britse lijn van inzetten op de onderhandelingen in Genève was helderder dan de Amerikaanse oproep tot voortzetting van de strijd. De politieke wil in Frankrijk om de oorlog voort te zetten was aan het wankelen – en nu zou Frankrijk door moeten zetten terwijl voor èchte steun in de VS de politieke wil ontbrak? Wat was er voor de VS eigenlijk op tegen om de Britse inzet te kiezen, nu aan Britse inbreng in United Action zoveel waarde werd gehecht? Er zat een onoplosbare tegenstrijdigheid in het Amerikaanse beleid. Het lijkt erop dat Eisenhower en Dulles zich hebben laten verblinden door hun visie op een monolithisch internationaal communisme, dat tot elke prijs altijd en overal bestreden moest worden. Deze visie kende geen ruimte voor contextualiteit en voor de erkenning van een veelheid van nationalistische aspiraties.

Weer eindigde de VS met een bondgenoot die zij beter niet had kunnen hebben: het regime van Diem stond haaks op de Amerikaanse democratische traditie. De Amerikanen vermeden de valstrik van Dien Bien Phu maar staken hun hand in het wespennest van heel Zuid-Vietnam. De vraagtekens werden echter onder make-up verborgen. Bij een bezoek van Diem aan de VS wijdde LIFE een artikel aan hem onder de kop: Tough Miracle Man of Vietnam (13 mei 1957). Eisenhower heeft met zijn beleid zijn opvolgers Kennedy en vooral Johnson met heel wat moeilijkheden opgezadeld. Door de grootschalige steun van de VS (Zuid-Vietnam stond op de vijfde plek in de ranglijst van ontvangers van buitenlandse hulp) ontstond een kunstmatige economie met veel gebruiksgoederen maar weinig productiemiddelen. Binnenlandse hervormingen bleven uit. Noord-Vietnam legde eerst de nadruk op de hereniging van het land met politieke middelen. In 1957 brak in Zuid-Vietnam een guerrilla uit tegen het bewind van Diem. Vanaf 1959 werd deze verzetsbeweging, de Viet Cong, ook door Noord-Vietnam erkend en gesteund.

De ellende leek in Genève opgeruimd te zijn, maar begon nu eigenlijk pas goed…

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: