De Koreaanse oorlog (8)
Door de Chinese aanval moesten de Amerikaanse strijdkrachten zich terugtrekken, Pyongyang en Seoul weer prijsgeven, en de 37e breedtegraad als stoplijn gebruiken. Weer speelde de oorlog zich voornamelijk op Zuid-Koreaans grondgebied af. Nu kregen de Chinezen echter te maken met een aaneengesloten front, patrouilles te voet, en lange aanvoerlijnen. Zij werden langzaam maar zeker teruggedrongen totdat de frontlijn weer ruwweg bij de 38e breedtegraad lag. Daar ontstond een langdurige loopgravenoorlog. Ondanks grote veldslagen werd nauwelijks terreinwinst geboekt. De verliezen aan beide kanten waren hoog. Mao verloor zijn oudste zoon bij een luchtaanval door Zuid-Afrikaanse toestellen. In vier dagen in februari 1951 sneuvelden meer dan 1.000 militairen van de VS. De Chinese verliezen waren bij hun voorjaarsoffensieven tien maal zo hoog als de Amerikaanse. In juni 1951 was Mao eigenlijk wel toe aan een wapenstilstand. Stalin wees dit echter van de hand: de Chinese strijdkrachten deden nu juist nuttige ervaring op in de revolutionaire strijd, en het was van belang om Washington onder druk te houden. Mao kon uiteraard de handdoek niet eerder in de ring gooien dan Stalin. De Sovjet-Unie voerde haar inspanningen nu ook op: 800 Sovjet-piloten voerden gevechtsmissies uit binnen het Noord-Koreaanse luchtruim. Ook Rhee en Kim wilden niets van een wapenstilstand weten: het ging voor beiden nog steeds om de bevrijding van heel Korea.
Voor de Koreanen was de strijd een totale oorlog. Voor een deel van de Chinese bevolking was dit ook het geval. Voor de VS was de strijd niet totaal: de economie werd niet gemobiliseerd en er werden geen oorlogsleningen uitgeschreven. Door de grootschalige Amerikaanse bombardementen moest de hele Noord-Koreaanse industrie letterlijk ondergronds gaan werken. Er werd tien maal zoveel napalm gebruikt als in 1945 tegen Japan was gedaan. Het totale gewicht aan afgeworpen bommen lag 20% hoger dan alles wat de Amerikanen gedurende de Tweede Wereldoorlog in de Pacific hadden afgeworpen. De VS maakte de oorlog voor anderen totaal. Alle Noord-Koreaanse steden werden onder een bommentapijt bedekt. Het resultaat was echter – net als in Duitsland gedurende de Tweede Wereldoorlog – omgekeerd evenredig aan de inspanningen van het bombardementsoffensief: de Noord-Koreanen sloten de gelederen, de achterhoede vormde een nieuwe frontlijn, en Kim werd als inspirator van het heldhaftige verzet bijna met een status van godheid vereerd.
De VS was oorlogsmoe. Truman had daarom op 29 maart 1951 verklaard dat hij niet voor herverkiezing in aanmerking wenste te komen. Hij was echter nog wel in functie als opperbevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten en hij kon het probleem rond MacArthur niet voor zich uitschuiven zonder de pogingen om tot een wapenstilstand te komen te beschadigen. MacArthur bemoeide zich na het aantreden van Ridgway minder met de oorlog. De oorlog werd niet meer vanuit Tokio gestuurd en MacArthur verdween naar de zijlijn – behalve wanneer er publiciteit uit de oorlog te behalen was. Hij had de gewoonte om vlak voor het begin van een operatie op het toneel te verschijnen, omringd door fotografen en journalisten. Zo wekte hij ten onrechte de indruk betrokken te zijn geweest bij het maken van de plannen en claimde hij het succes ervan. Politiek zocht hij allerminst de luwte op. Ondanks de muilkorf van de president verklaarde de generaal op 25 maart 1951 dat China militair zou instorten als de VS de fluwelen handschoenen maar uit zou trekken. Er waren in totaal zes van dergelijke incidenten.
Langzaam maar zeker werd het de militaire top in Washington duidelijk dat MacArthur niet meer te handhaven was. Hij was verantwoordelijk voor een bijna-nederlaag die Ridgway nog maar net had kunnen afwenden, maar kon of wilde dat niet toegeven en fungeerde als onofficiële consultant voor de Republikeinse oppositie. Truman reageerde niet publiekelijk op MacArthurs uitlatingen maar werkte achter de schermen aan draagvlak voor zijn ontslag. Op 9 april verklaarden de JCS dat MacArthur vanuit een militair oogpunt gezien van zijn commando ontheven diende te worden. Truman besloot hem terug te roepen voordat MacArthur de eer aan zichzelf kon houden door ontslag te nemen. Op 11 april kreeg MacArthur de opdracht om het bevel aan Ridgway over te dragen. De publieke verontwaardiging over dit ontslag was groot. Time schreef dat zelden een zo geliefde man door een dermate onpopulair persoon ontslagen was. Nixon deed de oproep om MacArthur onmiddellijk in al zijn functies te herstellen. Het Congres kondigde hearings aan en sprak over impeachments. De Republikeinse leden van het Congres kregen bijna 45.000 telegrammen van verontwaardigde kiezers. Het Witte Huis kreeg 70.000 brieven. Veel Amerikanen hingen hun vlag halfstok – of, uit protest, ondersteboven.
Toen MacArthur na een afwezigheid van 14 jaren op 17 april 1951 op het vliegveld van San Francisco landde, stond een menigte van meer dan 10.000 mensen hem op te wachten. In Washington kreeg hij in het Congres een heldenontvangst. De zaal was zo vol dat sommige senatoren op de vloer moesten zitten. MacArthur sprak het Congres bijna een half uur toe en werd dertig keer met applaus onderbroken. Zijn voornaamste stelling was dat men in de oorlog voor de overwinning moet gaan en niet voor een surrogaat ervan. Dertig miljoen mensen waren voor hun tv getuige van het spektakel. Daarna volgde een grote parade door de straten van Washington. Truman deed er wijselijk het zwijgen toe. In New York kreeg MacArthur de grootste ticker tape parade die er ooit geweest was.
Op 3 mei begonnen de zeven weken durende hearings in het Congres over het ontslag. De verhoren waren niet toegankelijk voor het publiek, maar de notulen werden per pagina meteen door de censuur op militaire geheimen gecontroleerd en daarna voor publicatie vrijgegeven. MacArthur kwam als een openbare aanklager de zaal binnen. Maar de ontmythologisering van MacArthur en de ontmanteling van zijn legende volgden al gauw. Hij moest nu luisteren, vragen beantwoorden en zich houden aan de procedures van de Senaat. Toen aan hem gevraagd werd naar het risico van het uitbreken van een derde wereldoorlog door de uitbreiding van de oorlog met China die hij had bepleit, antwoordde hij dat hij slechts commandant te velde was en dat het afwegen van de wereldwijde risico’s de verantwoordelijkheid van de president als opperbevelhebber was. Fijntjes werd aan MacArthur duidelijk gemaakt dat hij zich bepaald niet als commandant te velde gedragen had.
Het grote keerpunt kwam toen George Marshall en na hem de JCS gehoord werden. De Republikeinen zagen de bui hangen en vroegen om het opschorten van de hearings maar de Democraten wilden daarvan niet weten. De gifbeker moest nu tot op de bodem worden leeggedronken. MacArthur had bij zijn terugkeer in de VS verklaard dat de JCS achter hem en zijn standpunten stonden. Bij de hearings bleek het tegendeel het geval te zijn. MacArthur had weer eens voor zijn beurt gesproken en de feiten aan zijn perceptie van de werkelijkheid aangepast. Het stenogram van het gesprek onder vier ogen met Truman op Wake Island kwam op tafel. Jonge officieren van het Pentagon, woedend over de onnodige verliezen die door de eigenzinnigheid van de generaal waren ontstaan, stelden aan de stafleden van de Senaat het hele dossier van de aan MacArthur verstrekte bevelen en de van hem ontvangen antwoorden ter beschikking. Er bleken inconsistenties in MacArthurs versie van de gebeurtenissen te zitten; er kwamen lijken uit de kast.
Van de glorie en de onaantastbaarheid van MacArthur was aan het einde van de hearings weinig meer over. Hij was als openbare aanklager binnengekomen, maar zijn weg naar buiten liep via de verdachtenbank. Er volgde nog wel een ronde met spreekbeurten, maar er kwamen steeds minder bezoekers opdagen. MacArthur moest nu de woorden uit de oude soldatenballade (old soldiers never die) die hij voor het Congres geciteerd had ter harte nemen en stilletjes verdwijnen. Truman kreeg gelijk. Er stonden constitutionele principes op het spel. Het primaat van de politiek boven het militaire uitvoeringsapparaat moest worden veiliggesteld. Truman zei later in een terugblik dat hij MacArthur niet vanwege zijn domheid ontslagen had – als domheid een overtreding was hoorde de helft tot driekwart van alle generaals achter de tralies te zitten – maar omdat hij het gezag van de president ondermijnde. Voor dat toen gestelde voorbeeld mag men Truman tot op de dag van vandaag dankbaar zijn.
Gedurende de rest van zijn presidentschap is de oorlog in Korea als een molensteen om de nek van Truman blijven hangen. Hij werd verguisd en met kritiek overladen. Pas later is men zijn bijdrage beter naar waarde gaan schatten. Hij begon met niets: geen blauwdruk voor een naoorlogse situatie van zijn voorganger Roosevelt, geen informatie of buitenlandervaring, en een karrenvracht vol vooruitgeschoven problemen. Na zijn presidentschap stond een aantal instituties als een huis: één ministerie van defensie voor alle krijgsmachtonderdelen, de National Security Council, de Central Intelligence Agency en de NATO. West-Europa was met Amerikaanse hulp weer op de been geholpen.