Een wirwar van agenda’s en belangen

De Koreaanse oorlog (3)

Tsjang Kai-Shek was op het Chinese vasteland smadelijk verslagen. Berichten over de werkelijke stand van zaken in de Chinese burgeroorlog kwamen niet door bij het Amerikaanse publiek, of werden door de China-Lobby witgewassen. Niet Tsjang moest zelf de gevolgen dragen van zijn incompetentie, maar de Amerikaanse regering en in het bijzonder het State Department kregen de schuld. Als zij nu maar meer steun hadden verleend, had Tsjang in China aan de macht kunnen blijven. Nòg was China niet verloren, als de VS China maar zou aanpakken met de hulp van Tsjangs strijdkrachten op Taiwan.

Dat was de mening van generaal MacArthur en van de (omhooggevallen) Amerikaanse minister van defensie Louis Johnson. Deze had Truman aan zich verplicht door de fondsenwerving voor diens hopeloos geachte verkiezingscampagne te coördineren. Onder Roosevelt was hij al eens gepasseerd als mogelijke minister van defensie. Bij Truman greep hij alsnog de kans. Met Truman voerde hij ver gaande bezuinigingen op de strijdkrachten door, waarbij de luchtmacht en Strategic Air Command werden ontzien. Dit leverde hem een “revolte der admiraals” op. Johnson werd aangeschoten wild door een commissie van onderzoek naar de staat van ’s lands defensie van het Huis van Afgevaardigden. Toen bij het uitbreken van de oorlog in Korea bleek hoezeer de conventionele strijdkrachten verwaarloosd waren, moest hij ontslag nemen. Truman verving hem door George Marshall. Minister Acheson van buitenlandse zaken zag geen heil in Taiwanese avonturen tegen China, hoezeer Tsjangs ambassade in Washington het inschakelen van Taiwan bij de oorlog ook propageerde. De strijdkrachten van Tsjang waren nu juist verslagen en hadden een weinig heldhaftige rol gespeeld. Taiwan als uitvalsbasis gebruiken? Truman legde liever een vlootblokkade tussen het eiland en het vasteland. De oorlog in Korea mocht niet escaleren tot een wereldwijd conflict.

Eind juli 1950 was de oorlog in volle gang. Er gingen ineens geruchten dat een invasie op Taiwan op handen was. MacArthur kreeg in Japan uit Washington de opdracht om poolshoogte te laten nemen hoe het met de defensiemogelijkheden van Taiwan was gesteld. Wat zou Taiwan in het ergste geval aan menskracht en aan materieel nodig hebben? MacArthur ging op 29 juli 1950 echter zelf naar Taiwan en maakte er bijna een staatsbezoek van. Daarmee wekte hij de indruk dat de VS zich meer aan Taiwan verplichtte dan in werkelijkheid het geval was. Ondanks duidelijke signalen aan het hoofdkwartier van MacArthur over Trumans misnoegen over de gang van zaken bleven er berichten uit de hoek van MacArthur komen dat de oorlog in Korea zinloos was tenzij het communisme in Azië op een breder front bestreden werd: met een aanval vanuit Taiwan op China.

Na de gedurfde en geslaagde amfibische aanval op Inchon rukten de Amerikaanse troepen op naar het noorden. De Taiwanezen hadden zo hun contacten op het Chinese vasteland en kregen lucht van de opbouw van een grote Chinese troepenmacht aan de Yalu, de grensrivier tussen China en Korea. De Amerikanen liepen bij hun opmars naar het noorden een groot risico om in een Chinese val te lopen. De ambassade van Tsjang in Washington besloot echter deze informatie niet met de Amerikanen te delen. De Taiwanezen hadden er belang bij dat de VS en de Volksrepubliek China rechtstreeks slaags raakten met elkaar. Alleen op deze manier zou Tsjang ooit heel China weer in handen kunnen krijgen.

Truman – en hij was beslist niet de enige in het westen – zag de inval van Noord-Korea in de zuidelijke buurstaat niet als een lokale aangelegenheid, maar plaatste deze in het interpretatiekader dat hij had: dat van de Koude Oorlog. Hier was de Sovjet-Unie (weer) bezig met een poging tot expansie. De agressie moest een halt toegeroepen worden, anders was het hele veiligheidssysteem van na de Tweede Wereldoorlog zinloos. Daarom ging Truman naar de VN. Omdat de VS een reputatie te verliezen had als betrouwbare bondgenoot kregen de Amerikaanse strijdkrachten vrijwel meteen opdracht om in actie te komen. Zonder het te weten bevond Truman zich echter in een slangenkuil van agenda’s en belangen. De verwachte vijand, de Sovjet-Unie, hield zich in de eerste fase van het conflict op de achtergrond. De grootmacht waarvan Truman verwachtte dat deze een slapende reus zou zijn, de Volksrepubliek China, ontpopte zich als de eigenlijke tegenstander in een gevecht op leven en dood. Het was bekend dat de Sovjet-Unie en China bondgenoten waren, maar wat zich binnen dit bondgenootschap afspeelde en hoe de rollen waren verdeeld, is pas vele jaren later bekend geworden. Het ging in ieder geval niet om een monolithisch blok.

Aan Syngman Rhee had de VS geen goede bondgenoot. In de derde wereld werd kritisch gereageerd. Waarom greep de VN wel in in Korea, en niet bij de Franse overheersing in Algerije, of bij de eerste apartheidswetten die op dat moment in Zuid-Afrika van kracht werden? Het argument dat de democratie verdedigd moest worden, liep mank in het geval van Rhee. Tsjang, die bondgenoot had moeten zijn, was in werkelijkheid een verrader die met een totale oorlog en met Amerikaans bloed zijn machtspositie op het Chinese vasteland wilde herstellen. Trumans opperbevelhebber MacArthur speelde Tsjang in de kaart met zijn wens de oorlog te verbreden en Tsjang in te schakelen. Dat kon haast niet goed gaan. En dan had Truman ook nog te maken met een slangenkuil in het binnenland. Daarover de volgende keer.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: