De Koreaanse oorlog (1)
Geografisch gezien was Korea het Polen van Noord-Azië: het lag overal dichtbij en het lag iedereen in de weg. Korea grensde aan Rusland en aan China, en hemelsbreed was het maar zo’n 1200 kilometer van Seoul naar Tokio. Juist daarom lag Korea ook iedereen in de weg. Als Rusland of China de expansiedrang van Japan wilden bedwingen, moesten zij Korea overheersen. Als Japan voet wilde zetten op het Aziatische vasteland, moest het eerst Korea bezetten. Korea zelf had weinig natuurlijke hulpbronnen en was arm.
In 1910 had Japan Korea geannexeerd. Korea werd ge-Japaniseerd en Koreanen bleven altijd tweederangs burgers in hun provincie van het Japanse rijk. Dat werkte het ontstaan van Koreaans nationalisme in de hand en een droom van een zelfstandig en gemoderniseerd Korea. Bij de vredesonderhandelingen na de Eerste Wereldoorlog in Versailles kwam het daar niet van: Londen en Washington hadden Tokio nodig om de nieuwe Sovjetstaat in de gaten te houden. Er was geen internationale steun voor de zelfbeschikking van Korea. Een opstand in Korea tegen Japan werd ten koste van veel mensenlevens hardhandig onderdrukt. De Japanse politie maakte jacht op de Koreaanse nationalisten. Een van deze nationalisten was Syngman Rhee. Hij week uit naar de VS en diende zich daar aan als de president van de Koreaanse regering in ballingschap. Hij droomde van een op het gebied van techniek en management gemoderniseerd Korea, maar binnen het kader van traditionele Koreaanse waarden. Hij zag niets in de ideeën van Koreaanse radicalen die met de hulp van de Sovjet-Unie een socialistische staat wilden opbouwen; dat kwam volgens hem neer op het inruilen van de Japanse dominantie voor die van de Sovjets. Tijdens de Tweede Wereldoorlog concentreerde de VS zich op China als haar belangrijkste bondgenoot in de strijd tegen Japan. Er was weinig tijd en aandacht voor Rhee. Alleen de inlichtingendiensten hielden contact met hem, want hij en zijn anticommunistische ideeën zouden in de naoorlogse situatie nog wel eens van pas kunnen komen.
Andere Koreaanse nationalisten lieten zich na 1919 inspireren door de Russische revolutie. Uit die richting viel immers steun te verwachten in de strijd voor nationale rechten, gelijkheid en moderniteit. In 1925 werd in Seoul de Koreaanse communistische partij opgericht. Deze communisten raakten tijdens hun ballingschap in Moskou verstrikt in de Stalinistische zuiveringen. Zij werden beschuldigd van spionage voor Japan en doodgeschoten. De in het oosten van de Sovjet-Unie wonende Koreanen werden naar Centraal-Azië gedeporteerd: Stalins vrees voor een vijfde colonne in het oosten was sterker dan zijn sympathie voor een Koreaanse revolutie. De route van Kim Il-Sung liep anders. Deze uit een presbyteriaans gezin afkomstige nationalist ging in China aan de strijd tegen Japan deelnemen. Hij behaalde daar als guerrillastrijder successen en bouwde een reputatie op. De Japanners zaten hem op de hielen en hij week uit naar de Sovjet-Unie. Hij meldde zich aan als vrijwilliger bij het Rode Leger. In 1945 keerde hij als officier met een dapperheidsonderscheiding naar Korea terug.
Tijdens de Caïro-conferentie van 7 november 1943 hadden Roosevelt, Churchill en Tsjang Kai-Shek afgesproken dat Korea na de nederlaag van Japan onafhankelijk zou worden. Volgens afspraak verklaarde de Sovjet-Unie op 8 augustus 1945 de oorlog aan Japan. De strijdkrachten van de Sovjet-Unie rukten zo snel op dat men vreesde dat zij het hele Koreaanse schiereiland zouden gaan bezetten. Op 10 augustus kregen twee Amerikaanse officieren (een van hen was Dean Rusk, de latere minister van buitenlandse zaken) de opdracht om een grens tussen de toekomstige bezettingszones in Korea te ontwerpen. Zonder al teveel studie van de zaak te maken, stelden zij de grens vast op de 38e breedtegraad. In 1905 hadden Japan en Rusland al over een deling van Korea langs de 38e breedtegraad onderhandeld. Rusk en zijn collega wisten niet dat de 38e breedtegraad daarom verdacht was bij Koreaanse nationalisten. De Sovjet-Unie ging meteen met de nieuwe regeling akkoord. Op 17 augustus kregen de Japanse troepen ten noorden van de 38e breedtegraad de order om zich aan het Sovjetleger over te geven. De Japanse eenheden ten zuiden van deze breedtegraad moesten zich aan de strijdkrachten van de VS overgeven. Het ging om een tijdelijk bedoelde regeling waarbij 16 miljoen Koreanen in de Amerikaanse zone terecht kwamen en 9 miljoen in de bezettingszone van de Sovjet-Unie. Het was de bedoeling dat een voogdijcommissie van de VS, de Sovjet-Unie, China en Groot-Brittannië in een periode van vijf jaar Korea naar de onafhankelijkheid zou begeleiden.
De VS en de Sovjet-Unie moesten op zoek naar bij hen bekende Koreanen die een rol zouden kunnen vervullen bij het bestuur van de bezettingszones en de weg naar één onafhankelijk Korea. In het zuiden kwam bij gebrek aan beter Rhee bovendrijven en in het noorden kozen de Sovjets voor Kim omdat hij betrouwbaar was en niet besmet was met een van de bestaande communistische facties. In het noorden wist hij zich bij de boerenbevolking populair te maken door het grootgrondbezit af te schaffen. Hij stuurde aan op een éénpartijstaat naar Sovjet-model. Noord-Korea lag buiten het gezichtsveld van het westen en hoefde, anders dan de nieuwe regimes in Oost-Europa, niet de schijn van democratie op de houden. Kim kon samenwerken met zijn kameraden uit de guerrillastrijd. De Amerikanen hadden Rhee met een kliek van aartsconservatieve aristocraten, die niets moesten hebben van landhervormingen. De landhervorming in het zuiden bleef beperkt tot de grond die in Japanse handen was geweest. De Amerikanen konden niet verder gaan omdat zij de medewerking van de conservatieven nodig hadden om de acties van de communisten in het zuiden tegen te gaan. Ook maakten de Amerikanen gebruik van het oude Japanse bestuursapparaat en schakelden zij mensen in die met Japan hadden gecollaboreerd. In het zuiden hadden de Amerikanen een groter geloofwaardigheidsprobleem dan de Sovjets in het noorden. Bovendien namen veel tegenstanders van de communisten de wijk naar het zuiden, waardoor het conservatisme daar versterkt werd.
Het werd niets met de ene staat Korea. Zelfs als de Sovjet-Unie en de VS het eens waren – dat kwam in het kader van de beginnende Koude Oorlog steeds minder voor – dan konden Kim en Rhee niet door één deur. Beiden claimden het leiderschap van een verenigd Korea. Het organiseren van vrije verkiezingen voor heel Korea was in deze omstandigheden onbegonnen werk. In mei 1948 werden in het zuiden afzonderlijke verkiezingen gehouden. Op 15 augustus van dat jaar ontstond de Republiek Korea onder leiding van president Rhee. Op 9 september volgde het noorden met het uitroepen van de Democratische Volksrepubliek Korea onder leiding van Kim. De deling van Korea was, tot woede van veel Koreanen, een feit. De voorlopige grens van de 38e breedtegraad was definitief geworden. De twee nieuwe Koreaanse regeringen kregen de zegen mee van hun respectievelijke supermacht-sponsors, die daarna hun strijdkrachten van het Koreaanse schiereiland terugtrokken.
Beide Koreaanse staten kozen voor een confrontatiekoers. Het noorden herstelde de industrieën die Japan daar tijdens de bezetting had geconcentreerd. Kim kreeg de steun van de Sovjet-Unie bij het opbouwen van een sterke strijdmacht met zware bewapening. Het zuiden vroeg aan de VS ook om zware wapens, maar de VS aarzelde: zij wilde niet meegezogen worden in militaire avonturen van het zuiden tegen het noorden (en tegen de Sovjet-Unie). Beide Koreaanse staten waren alleen verenigd in hun verlangen om de ander omver te werpen en over te nemen. Stalin gaf echter wijselijk geen gehoor aan het merendeel van de 48 telegrammen waarin Kim hem vroeg om toestemming voor en steun bij een aanval op Zuid-Korea.
De strijdkrachten van Rhee hadden geen zware wapens en waren meer geoefend in het handhaven van de openbare orde dan in de aanval. Het ging net als bij Tsjang was gebeurd: de kwaliteiten van het Zuid-Koreaanse leger werden door Amerikaanse militaire adviseurs in hun rapporten aan het thuisfront sterk overdreven. Het was alsof zij bang waren op dood spoor te worden gerangeerd als zij rapporteerden dat dit leger in een gewapende strijd geen schijn van kans zou maken. Dit verhinderde Rhee overigens niet om Noord-Korea met martiaal verbaal geweld te lijf te gaan. Dat vormde voor Kim weer een aanleiding om bij Stalin zijn nood te klagen: als er nu niet ingegrepen werd, zou een aanval van het zuiden op het noorden volgen.
Weer had de VS zichzelf met een bondgenoot opgezadeld die zij beter niet had kunnen hebben: de staart kwispelde met de hond in plaats van omgekeerd. Zuid-Korea had veel last van interne onlusten en opstanden die echt niet alleen te wijten waren aan de infiltranten uit Noord-Korea. Rhee voerde een repressief bewind. Alles kwam neer op vaderlandsliefde en wat deze inhield, werd door hem gedefinieerd. De beide staten worstelden zich voort van het ene grensincident naar het andere, totdat op 25 juni 1950 Noord-Koreaanse strijdkrachten Zuid-Korea massaal binnenvielen. Zuid-Korea werd overrompeld en de hoofdstad Seoul viel binnen enkele dagen.
Plotseling werd de VS geconfronteerd met een oorlog die zij had willen vermijden. De Amerikaanse National Security Agency (die zo geheim was dat NSA ook wel stond voor No Such Agency) had de codes voor het logistieke systeem van de Russische strijdkrachten indertijd ontcijferd en kon daarom troepenverplaatsingen zien aankomen. De vertaler Weisband werkte aan dit project. Hij was een spion van de Sovjet-Unie. Toen hij weer contact met zijn thuisfront kon krijgen rapporteerde hij aan Moskou dat de NSA alles kon meelezen. De Sovjets veranderden toen hun codes. Daarom zag de VS de aanval van Noord-Korea niet aankomen.
De oorlog speelde zich af tussen de twee Koreaanse staten op het Koreaanse schiereiland. Beide staten waren na de wapenstilstand in 1953 verwoest en zij hadden miljoenen doden te betreuren. Een oorlog die alleen tot het Koreaanse aspect beperkt gebleven was, had echter nooit zo lang geduurd en ook niet zoveel aandacht getrokken. Andere staten waren intensief bij de oorlog betrokken en namen zelfs de hoofdrol over. Kim had Zuid-Korea nooit kunnen aanvallen zonder medewerking en goedvinden van Stalin. Daarom schakelde Truman meteen de Veiligheidsraad in. Deze deed een oproep aan Noord-Korea om de aanval te staken en riep twee dagen later andere landen te hulp om de Noord-Koreaanse agressie af te weren. De Sovjet-Unie had haar zetel in de Veiligheidsraad al een half jaar onbezet gelaten omdat Taiwan de zetel van China bleef bezetten. Er kwam dus geen veto van de Sovjet-Unie. Truman gaf niet alleen de marine en de luchtmacht, maar ook de grondstrijdkrachten van de VS de opdracht om in actie te komen. Omdat het ging om een internationaal gemandateerde politieactie, vonden Truman en zijn minister van buitenlandse zaken Dean Acheson het niet nodig om de toestemming van het Congres te vragen. Een schoolvoorbeeld van formeel gelijk hebben en materieel ongelijk krijgen: nu het Congres zich niet tot militair ingrijpen had verplicht, konden vooraanstaande politici oppositie gaan voeren tegen de manier waarop de VS in Korea streed.
De VS schoot Zuid-Korea te hulp onder de vlag van de VN, waarbij de VS en Zuid-Korea het leeuwendeel van de strijdkrachten leverden. De VS leverde de helft van de grondstrijdkrachten, 86% van de marine en 93% van de luchtmacht. Uit Europa deden strijdkrachten uit Groot-Brittannië, Frankrijk, Griekenland en de Benelux-landen mee. Denemarken stuurde een hospitaalschip. De Sovjet-Unie steunde Noord-Korea en (in een later stadium) China met adviseurs, wapenleveranties en vliegtuigen. De oorlog in Korea was het eerste voorbeeld van een grootschalige war by proxy, waarbij de grootmachten hun conflicten uitvochten via cliëntstaten elders – en zelf letterlijk buiten schot bleven. De oorlog in Korea was ook het eerste voorbeeld van een asymmetrische oorlog waarbij de ene partij haar technologische overwicht niet kan uitbuiten omdat de andere partij de strijd op haar eigen creatieve manier voert en daarmee haar technologische zwakheid compenseert. De VS kon haar conventionele overwicht of haar nucleaire superioriteit niet inzetten omdat er op het Koreaanse schiereiland nauwelijks geschikte doelwitten te vinden waren. De VS was op een dergelijke oorlog waarbij de tegenstander geen te vernietigen infrastructuur of wapenindustrie heeft en de strijd op de grond moet worden uitgevochten, slecht voorbereid. Juist op de conventionele strijdmiddelen was immers sterk bezuinigd ten gunste van de nieuwe atoombewapening.
De oorlog was de eerste werkelijke botsing tussen de supermachten en vormde het begin van een enorme wapenwedloop op nucleair en conventioneel gebied. De oorlog zou de relatie tussen de VS en de Volksrepubliek China nog vele jaren verzieken. Zonder de oorlog zou het opnemen van een herbewapende Bondsrepubliek in de NATO ondenkbaar zijn geweest. Het was de eerste keer dat de wereld op de rand van de nucleaire afgrond balanceerde. Er waren na afloop van de gewapende strijd alleen maar verliezers. Het Koreaanse schiereiland bleef tussen twee staten die elkaar haatten, verdeeld. De demarcatielijn kwam in 1953 iets anders te liggen, maar enige terreinwinst van betekenis is niet geboekt. De oorlog wordt alleen in beide Koreaanse staten op grote schaal herdacht. De rest van de wereld wilde deze oorlog het liefst zo gauw mogelijk vergeten – en moest vervolgens in Vietnam de politieke en militaire lessen ervan opnieuw leren. De oorlog in Vietnam heeft de oorlog in Korea ingehaald en in het vergeetboek geduwd.
Tijdens de oorlog raakte de binnenlandse politiek van de VS vergiftigd. De Democraten waren jaren lang getraumatiseerd door “het verlies van China”: de vlucht van Tsjang van het vasteland naar Formosa (Taiwan) en het uitroepen van de Volksrepubliek China door Mao Zedong. De Democraten moesten voortdurend bewijzen dat zij voldoende ruggengraat hadden om het communisme te bestrijden. De buitenlandse politiek werd door dit binnenlandse speelveld problematisch. In een ander klimaat zou senator Joseph McCarthy met zijn heksenjacht op ondergrondse communisten in de VS geen kans hebben gemaakt. Het conflict tussen Truman en de eigenzinnige vijfsterren-generaal Douglas MacArthur had zonder dit klimaat nooit kunnen uitgroeien tot het formaat van een constitutionele crisis in de VS. Al met al zijn er voldoende redenen om de oorlog in Korea uit het vergeetboek te halen. In deze serie bijdragen ga ik gedetailleerder op de zaken in.