Koersverandering ten aanzien van Duitsland

De Duitse kwestie (5 en slot)

Het begon te kraken in de bezettingszones. Met name de Britten vertilden zich. Zij waren in hun bezettingszone met 30.000 man eigen personeel aan het werk gegaan, en zij hadden 54.000 Duitse personeelsleden in dienst genomen. Hun doelstelling van geleidelijke democratisering werd echter ingehaald door de noodzaak van de wederopbouw van de Duitse economische structuren. De kosten van de bezetting gingen de Britse draagkracht immers ver te boven. Twee miljoen vluchtelingen hadden acuut hulp nodig en drie miljoen Duitse krijgsgevangenen moesten worden begeleid naar terugkeer tot de civiele status. Zo kwam er wel nieuwe menskracht voor de productie beschikbaar, maar het voedsel was schaars omdat leveranties uit de Sovjet-zone uitbleven. Omdat de rantsoenen laag waren, daalde de productiviteit. Om de productie in de landbouw op peil te houden, namen de Britten oude en autoritaire Nazi-structuren over voor de organisatie van de landbouw. Dit stond echter weer op gespannen voet met de gewenste democratisering.

Roofgoed uit de in de oorlog door Duitsland bezette gebieden moest worden teruggegeven: dit kwam neer op 1.113 kerkklokken, 700 locomotieven, 14.500 stuks kleding en 2.600 radio’s. De zware Duitse industrie werd ontmanteld. De scheepswerf van Blohm&Voss in Hamburg en de fabrieken van Krupp in Essen werden onder luid protest van plaatselijke Duitse autoriteiten opgeblazen. De productie van de lichte industrie moest omlaag naar het voor vredestijd noodzakelijke niveau. Gezien de experimenten met nationalisering in eigen land dachten de Britten voor de Duitse kolen- en staalindustrie aan een vorm van public ownership. Het creëren van centrale structuren verdroeg zich moeilijk met de gewenste democratisering. De Amerikanen die de Britten met leningen te hulp kwamen, voelden niet voor sociale experimenten. Bij dit alles gaf de Britse bewindsvoering niet altijd blijk van grote competentie: de Britten verspeelden 200 miljoen voor hen onmisbare dollars door kolen uit het Roergebied ver onder de in de wereld geldende marktprijs te verkopen.

Door het ontbreken van de door de conferentie van Potsdam bedoelde centrale instanties was het niet mogelijk om de diverse bezettingszones als één economisch geheel te behandelen. De zones waren kleine economische eenheden die alleen op basis van verdragen handel konden drijven met elkaar. Er was geen vrij verkeer van personen en goederen tussen de zones. De overblijvende Duitse lichte industrie kon geen handel drijven en zo met haar producten de import van voedsel betalen. Dat betekende dat de Amerikanen en de Britten niet alleen bezig waren de import van voedsel te financieren, maar ook de herstelbetalingen uit hun bezettingszones naar de Sovjet-zone. Men zou dit kunnen ondervangen met een gezamenlijk import- en exportprogramma, maar de Sovjets wilden daarvan pas weten als de herstelbetalingen voltooid zouden zijn; deze hadden immers voorrang, was in Potsdam afgesproken. Men hield elkaar gegijzeld.

Op 6 maart 1946 (een paar weken na zijn befaamde long telegram, waarover later meer) stuurde de Amerikaanse zaakgelastigde Kennan een nieuw telegram uit Moskou. Nu de Britten en Amerikanen voorlopig akkoord gegaan waren met de nieuwe oostelijke grenzen van Duitsland bleven er twee mogelijkheden over: een verenigd Duitsland dat buitengewoon kwetsbaar zou zijn voor de politieke beïnvloeding door de Sovjets, of een afsplitsing van de westelijke bezettingszones die in West-Europa geïntegreerd zouden worden. De deling van Duitsland had in het oosten al plaatsgevonden; het lag nu volgens Kennan voor de hand om dit delingsproces tot een logische en natuurlijke afronding te brengen. Op 3 mei 1946 nam de Amerikaanse bevelhebber Clay het besluit om het ontmantelen van Duitse fabrieken voor transport naar de Sovjet-Unie te beëindigen. En in juli 1946 nodigde Byrnes de andere grootmachten uit om hun bezettingszone met die van de Amerikanen samen te voegen. Het was meer een geïmproviseerd voorstel dan een vastomlijnd plan. Groot-Brittannië had al eerder signalen in deze richting afgegeven en aanvaardde de uitnodiging; de Sovjet-Unie deed dat niet en Frankrijk zag er ook van af.

Ook het Amerikaanse militaire bestuur was al bezig de koers bij te stellen. Het uitvoeren van het economische deel van het Morgenthauplan – het ontmantelen van alle Duitse industrie – zou tot massale hongersnood in Duitsland leiden. Het document JCS 1067 had een ruimere interpretatie nodig. De doelstellingen om voor een minimum aan bestaanszekerheid te zorgen, de bezettingskosten terug te verdienen en voor herstelbetalingen te zorgen, waren immers niet met elkaar te combineren. Een rapport van een economische adviescommissie aan het Amerikaanse militaire bestuur lekte uit en veroorzaakte een sensatie, omdat het pleitte voor de opbouw van de Duitse industrie en van de Duitse export en daarmee afstand nam van de resultaten van Potsdam. In het Congres werd gedebatteerd over de te volgen koers. Een commissie van het Congres stelde na een maandenlang feitenonderzoek in Duitsland vast dat bij voortzetting van het tot nu toe gevoerde beleid het herstel van Europa gevaar liep. Truman stuurde toen Price, directeur van het Bureau of Censorhip, op onderzoek uit en kreeg na tien weken een rapport. Ook dit rapport pleitte voor een totale herziening van het beleid. Het werd eind november 1945 publiek bekend gemaakt. Senator Eastland (Mississippi) hield op 4 december een toespraak in de Senaat: er moest een intelligenter programma komen. Duitsland functioneerde nu eenmaal niet op basis van een uitsluitend agrarische economie en uitvoering van het Morgenthauplan zou Duitsland in de armen van het communisme drijven. Het State Department beleed de overeenkomst van Potsdam nog wel met de mond, maar stelde ook vast dat het verwijderen van industrie voor herstelbetalingen niet mocht betekenen dat Duitsland niet meer kon produceren en zo voor zijn import betalen. Het was niet de bedoeling om een vreedzame Duitse industrie te beteugelen ter wille van een zelfzuchtige bescherming van Amerikaanse exportbelangen. Truman werd door zijn voorganger Hoover gewaarschuwd dat wraak en vrede niet samengingen.

Op 6 september 1946 hield Byrnes in Stuttgart zijn toespraak van hoop. Al in de tweede zin van zijn toespraak koppelde hij het herstel van Europa aan het herstel van Duitsland. Niemand in Europa was er economisch bij gebaat als Duitsland tot een armenhuis werd gemaakt. Het herstel van Duitsland werd onmogelijk door het ontbreken van centrale Duitse administrative departments; Duitsland moest, als het dan niet in complete zin lukte, dan toch maximaal als economische eenheid behandeld worden. De VS zou zich niet uit Europa terugtrekken, en Duitsland zou zijn eigen zaken moeten kunnen gaan regelen. Het ging Byrnes niet om een confrontatie met de Sovjet-Unie, maar om een bemoediging van Duitsland. Zijn toespraak was niet het begin van de koersverandering, maar maakte deze wel breed zichtbaar. Was het echter wel mogelijk afscheid van Potsdam te nemen zonder afscheid van de Sovjet-Unie – dus zonder een deling van Duitsland? De aarzelingen werden opgegeven. Per januari 1947 voegden de VS en Groot-Brittannië hun bezettingszones economisch samen onder de naam Bizonia, en alles werd er aan gedaan om de Fransen ook mee te krijgen, hetgeen onder het verstrekken van garanties en het doen van economische toezeggingen ook gebeurde. Het was niet in ieders belang om Duitsland zwak te houden. Toen was het wel in ieders belang om Duitsland verdeeld te houden.

Stalin verrekende zich. Ideologisch had hij gedacht dat het slechts een kwestie van tijd zou zijn totdat de Sovjet-bezettingszone als een magneet op het westen van Duitsland zou gaan werken. Maar de wreedheid waarmee het Rode Leger was opgetreden, de verkrachtingen en de plunderingen, hadden het draagvlak voor de bezetting door de Sovjet-Unie aangetast. Het westen van Duitsland had minder te lijden gehad. Stalins strategie was innerlijk tegenstrijdig: hij wilde politieke partijen in het westen van Duitsland beïnvloeden en tegelijkertijd het westerse pluralisme in zijn bezettingszone afwijzen. Een gemeenschappelijk beleid voor heel Duitsland ging echter niet samen met het opleggen van het communistische eenheidsmodel. Zijn lichtend voorbeeld was voor anderen een nachtmerrie. De toekomst was duidelijk: het westelijk gedeelte van Duitsland zou als krachtcentrale in West-Europa geïntegreerd moeten worden.

Om Stalin tot boosdoener van de Duitse deling te maken, moest de rol van Frankrijk worden uitgepoetst. Marshall, de nieuwe minister van buitenlandse zaken, gebruikte in een radiotoespraak op 28 april 1947 over het mislukken van de conferentie van ministers van buitenlandse zaken in Moskou het door de Fransen verzwegen argument: centrale instanties waren gevaarlijk vanwege het risico van infiltratie door de Sovjets. Bij Byrnes waren de centrale structuren nog gewenst, bij Marshall waren ze gevaarlijk. Byrnes zocht nog geen confrontatie met de Sovjet-Unie, maar Marshall ging deze aan. Er was immers méér voorgevallen dan alleen in Duitsland. De Duitse kwestie was niet de enige kwestie. De confrontatie tussen Oost en West kreeg ook elders vorm. De spanningen namen toe. Daarover gaat de volgende serie bijdragen.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: