Stalinistische revolutie en hongersnood

Bernard Dijkdrenth meldde op LinkedIn dat mijn bijdragen over een nieuwe Koude Oorlog niet compleet zijn zonder aandacht voor de door Stalin veroorzaakte hongersnood (Holomodor) in Oekraïne. Ik doe hem (en misschien anderen) recht door te herplaatsen wat ik in mei 2020 over het onderwerp schreef.

De eigenlijke Stalinistische revolutie begon in 1929: een nieuw programma van uitzonderlijk snelle industrialisatie. Via utopische vijfjarenplannen moest de productie per jaar met 20% toenemen. Zo zou de Sovjet-Unie haar achterstand inlopen en zich met andere landen kunnen meten. Het voor de industrialisatie benodigde kapitaal diende van de export van landbouwproducten te komen. Daarvoor waren modernisering en collectivisering van de landbouw nodig: grote collectieve bedrijven met een gezamenlijk machinepark. De boeren moesten daarom hun grond afstaan. Een nieuwe klassenvijand werd in het leven geroepen: de “hoofdige boer” (Staring) die koppig weigerde mee te werken aan de noodzakelijke vooruitgang. In december 1929 besloot Stalin alle landbouw in de graan producerende gebieden in één klap te collectiviseren. Voedsel was voortaan een staatsmonopolie en het bezit van voedingsmiddelen was zonder officiële toestemming een misdrijf. De boeren slachtten daarop liever hun vee clandestien dan het in te leveren. Hierdoor ging een kwart van de veestapel verloren. Miljoenen boeren werden naar verre oorden gedeporteerd of gedood. Niet alleen in Oekraïne, de traditionele graanschuur, maar ook in het verre Kazachstan ontstond grote ontreddering.

In de zomer van 1930 was er een adempauze in de gedwongen collectivisering. Het argument was dat deze te enthousiast was doorgevoerd en dat er daarbij fouten waren gemaakt. In werkelijkheid vreesde Stalin een interventie van Polen, waar een grote minderheid van Oekraïners woonde. De pauze was alleen maar een tactische terugtocht. De collectivisering werd voortaan subtieler aangepakt: de belastingen voor boeren werden zo verhoogd dat aansluiting bij een collectief bedrijf de enig mogelijke keuze was. De collectieve bedrijven kregen de bevoegdheid om het zaaigoed van individuele boeren in beslag te nemen. Zonder zaaigoed was er geen nieuwe oogst en dus geen toekomst. Eind 1931 was al 70% van de landbouwgrond in Oekraïne in collectieve handen overgegaan.

Ook een ander wapen werd tegen de boeren ingezet. Tijdens de adempauze van 1930 was er een goede oogst geweest. Stalins regime nam deze hoge opbrengst als uitgangspunt voor de verplichte leveringen aan de staat in de jaren daarna. Dat was niet realistisch. Goed weer laat zich niet begroten, en de collectieve bedrijven zouden in één klap effectiever moeten zijn dan het oude individuele systeem. Omdat de boeren hun veestapel hadden geslacht, was er een tekort aan trekdieren. Ook was er een tekort aan landbouwmachines en tractoren. De boeren die kwalitatief boven het maaiveld uitstaken, waren gedeporteerd. De tegen hun wil in het landbouwcollectief opgenomen boeren hadden er weinig behoefte aan om zich voor het regime uit te sloven. De harde normen voor de vereiste leveringen bleven echter gehandhaafd. Aan deze normen kon alleen maar worden voldaan door het zaaigoed in te leveren. Daardoor zou de volgende oogst slecht zijn. Er kwam gebrek aan voedsel en dat mondde uit in een hongersnood.

Stalin was hiervan op de hoogte maar hij paste zijn beleid niet aan. Het kwam hem goed uit om het Oekraïense nationalisme uit te hongeren. De export van graan (1.632 miljoen ton in 1933) en de hervorming van de landbouw moesten gewoon doorgaan. Hij beschouwde de klagers in Oekraïne als saboteurs die het moreel van de bevolking wilden ondermijnen. Brigades van fanatieke jonge communisten werden ingezet om het platteland af te stropen naar achtergehouden voedselvoorraden en om tegenstribbelende boeren in het gareel te dwingen. De ontreddering en de hongersnood op het platteland kwamen in de jaren 1932 en 1933 tot een hoogtepunt. Normaal gesproken konden stadsbewoners hun voorraden aanvullen door op het platteland voedsel te kopen. Nu gebeurde het omgekeerde: de bevolking van het leeggeroofde platteland vluchtte naar de steden. De dorpen werden ontvolkt en de steden puilden uit. 40% van de bewoners van Kazachstan stierf. Om de trek naar de steden tegen te gaan, voerde het regime interne paspoorten en reisvergunningen in. De situatie was wanhopig. De hongersnood kostte naar schatting 5 miljoen Sovjetburgers het leven, waarvan bijna 4 miljoen in Oekraïne. Daar ging men stiekem spreken over de holomodor, een samentrekking van de Oekraïense woorden voor honger en vernietiging. Het moest stiekem, want de hongersnood en de verliezen aan mensenlevens werden op last van hogerhand doodgezwegen. Het woord “hongersnood” was verboden. Bevolkingsregisters werden vervalst of weggemoffeld. Het ontkenningsbeleid, een samenzwering van stilte, duurde tot 1991: toen werd Oekraïne zelfstandig. Een en ander is door onderzoekers als Applebaum en Snyder beschreven en aan de kaak gesteld.

Wist men dit niet in het Westen, wilde men het niet weten, of allebei? Wie de Sovjet-Unie bezocht, kreeg te zien wat de autoriteiten wilden laten zien. Er waren praalprojecten. Met behulp van dwangarbeid werd een nieuw kanaal aangelegd, binnendoor van de Witte Zee in het noorden naar de havens aan de Oostzee. Het 227 kilometer lange kanaal werd in 1933 voltooid na een bouwtijd van slechts 20 maanden. Aan het kanaal werkten 170.000 gevangenen en ballingen; naar schatting zijn 25.000 van hen om het leven gekomen. Het kanaal is het enige Goelag-project dat door de Sovjet-propaganda in het volle licht werd gezet. Schrijvers kregen bij de opening van het kanaal de opdracht om het in alle toonaarden te bejubelen. Voor dat bejubelen was praktisch weinig reden: het kanaal was met 3.6 meter niet diep genoeg voor grote zeeschepen. Een ander praalproject was de poolcirkelspoorlijn, waarvan de aanleg meteen na Stalins dood in 1953 werd stopgezet. Ook Hitler had praalprojecten, maar die kwamen meestal niet verder dan de tekentafel en de maquette.

Bezoekers uit het Westen kregen te zien hoe er in de Sovjet-Unie op grote schaal werd gebouwd en gepresteerd. Het nieuwe metronetwerk van Moskou had de fraaiste stations ter wereld. De eerste contouren van een verzorgingsstaat waren aanwezig. Het aantal leerlingen op middelbare scholen was in tien jaren tijd verzesvoudigd. Als een journalist uit het Westen in een dorp of stad op bezoek kwam, werden de etalages speciaal voor deze gelegenheid gevuld. Uit de hele regio werden auto’s gecharterd om door de straten heen en weer te rijden, om de indruk te wekken van een grote vooruitgang en een hoog welvaartspeil. In de hongergebieden kregen de schoolkinderen de opdracht om te vertellen hoe goed de (voor deze ene keer) door de school verstrekte lunch was geweest. The Manchester Guardian van 2 maart 1933 bevat een door Grorge Bernard Shaw namens twintig anderen geschreven zeer positieve brief over de sociale verhoudingen in Rusland; daar kon het westen niet tegen op.

De jonge journalist Gareth Jones uit Wales bleef niet in de bubbel van journalisten in Moskou steken maar ging in Oekraïne op veldonderzoek. Zijn berichten over wat er werkelijk aan de hand was, werden echter belachelijk gemaakt. Walter Duranty, correspondent in Moskou, schreef op 31 maart 1933 in de NYT naar aanleiding van Jones’ berichten: er is geen sprake van hongersnood, maar van ziekten door ondervoeding. Eén veldonderzoek kon immers niet representatief voor de gehele uitgestrekte Sovjet-Unie zijn. Dat de Moskouse persbubbel dat ook niet was, schreef hij er niet bij. Jones kwam in het vergeetboek. Bij de plechtigheden in New York bij het aangaan van diplomatieke betrekkingen tussen de VS en de Sovjet-Unie was Duranty eregast – van de Sovjetminister van buitenlandse zaken Litvinov. Duranty kreeg voor zijn werk een Pulitzerprijs.

Natuurlijk wisten Polen en de andere westelijke landen via hun inlichtingendiensten hoe de werkelijke situatie was. De regeringen vonden het echter niet opportuun om dit nieuws naar buiten te brengen. Groot-Brittannië was een belangrijke afnemer van het graan uit de Sovjet-Unie. De regering van de VS bereidde het aangaan van diplomatieke betrekkingen voor. De Sovjet-Unie stond op de nominatie om lid van de Volkenbond te worden en moest daarom als respectabele staat voorgesteld worden. Slecht nieuws paste daar niet bij. Uit de Sovjet-Unie kwam een charmeoffensief op gang: de communistische partijen in West-Europa kregen de opdracht om met de (vroeger verguisde) andere linkse partijen samen te werken in “volksfront”-regeringen tegen het opkomende fascisme. Hitler maakte in zijn propaganda wel melding van de meedogenloosheid van de “Marxisten”. Maar wie wilde er in het gezelschap van Hitler verkeren? Zo kreeg in West-Europa het communisme een ander gezicht dan het in werkelijkheid had, en werd de Sovjet-Unie salonfähig gemaakt.

De westelijke landen waren door de crash van Wall Street in 1929 in een diepe economische crisis verzeild geraakt. Zij vonden geen gemeenschappelijk antwoord, moesten vroeger of later op eigen gelegenheid de gouden standaard loslaten en trokken tariefmuren tegen elkaar op. De werkloosheid en armoede trokken diepe sporen door het leven van talloze mensen. Ondanks de New Deal en de werkgelegenheidsprojecten van president Roosevelt kwam er in de VS pas in de Tweede Wereldoorlog een einde aan de werkloosheid. Het uiten van kritiek op de Sovjet-Unie paste in deze omstandigheden niet in het denkraam van (linkste) intellectuelen in het Westen. Zij zagen de Sovjet-Unie als geslaagd sociaal experiment en als land van de toekomst. Daar had iedereen tenminste werk en kon iedereen meebouwen aan de toekomst. Aan de reputatie van de Duitse filosoof Heidegger kleeft een smet vanwege zijn meedoen met het nationaalsocialisme. De reputatie van de Franse filosoof Sartre heeft echter niet in het minst geleden door zijn agressieve steun aan het Stalinisme, ook toen iedereen die het wilde horen op de hoogte kon zijn van de wreedheden van Stalin. Voor linkse intellectuelen bestond er een groot verschil tussen de Sovjet-Unie waar fouten werden gemaakt en Nazi-Duitsland dat intrinsiek verkeerd was.

Het is altijd mogelijk uitvoeriger te schrijven. Het risico is echter dat het verhaal vastloopt in de details. Zie de eindeloze historische (hysterische?) discussie over het onderwerp Israël en Palestina. Feiten en feitjes vliegen heen en weer. Zo’n potje tafeltennis met voetnoten in plaats van een balletje lost weinig op…

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: