De tel kwijt

Er lagen in de VS strijdplannen klaar voor het geval dat de Sovjet-Unie een aanval met conventionele wapens op West-Europa zou doen. In dat geval zou de VS haar troepen naar de randen van het continent en naar Noord-Afrika terugtrekken, en zouden op de steden van de Sovjet-Unie atoombommen worden afgeworpen. De achtereenvolgende strijdplannen gingen uit van een steeds groter aantal atoombommen op een steeds groter aantal steden, waarbij honderden Hiroshima’s en Nagasaki’s konden worden ontketend. Plan Broiler: 34 bommen op 24 steden; Halfmoon: 50 bommen op 20 steden; Trojan (december 1948): 133 bommen op 70 steden. Leningrad zou door zeven bommen getroffen worden, Moskou door acht. Het plan Offtackle (november 1949) ging uit van 220 bommen op 104 steden, waarbij nog een reserve van 72 kernwapens overbleef. Er bestond bij de Joint Chiefs of Staff (JCS) gerede twijfel of een aanval van dat formaat de Sovjet-Unie op de knieën zou kunnen krijgen. Zij had de enorme verliezen in de Tweede Wereldoorlog ook overleefd, en zou ook na een verlies van 30-40% van haar productievermogen nog delen van West-Europa kunnen bezetten. Voorlopig zat er voor de VS niets anders op dan uitbreiding van het arsenaal. De planning ging uit van 400 kernwapens in 1953. Omdat de Sovjet-Unie nu zelf ook over kernwapens beschikte, raakte de planning achterhaald.

Na de eerste jaren van de Bom waren de technische mogelijkheden er enorm op vooruit gegaan. De eerste atoombommen wogen 10.000 pond. Een team van 39 mensen was twee dagen bezig om een dergelijke bom klaar voor het afwerpen te maken. De VS had drie van deze assemblageteams. Het upgraden van een B-29 bommenwerper voor atomaire taken kostte 6.000 manuren. Op de vliegvelden moesten diepe kelders worden gegraven om de bom in het vliegtuig te kunnen takelen. Goede en moderne kaarten van de Sovjet-Unie waren niet beschikbaar. Bij de militaire planning gebruikte men buitgemaakte Duitse kaarten uit de Tweede Wereldoorlog. Geen wonder dat de aanvalsplannen op de steden van de Sovjet-Unie waren gericht; men wist tenminste waar deze lagen, en olieraffinaderijen bevonden zich meestal in de buurt van steden. Andere doelwitten waren eerst onvindbaar. De JCS twijfelden eraan of dergelijke aanvallen op steden wel voldoende effect zouden sorteren of dat de plannenmakers bezig waren met hun bombardementen de vorige oorlog te voeren. Moest Strategic Air Command ook niet minstens de taak krijgen om met de inzet van kernwapens ook een opmars van de Sovjet-Unie in Europa te vertragen?

Vanaf 1950 maakte men in de officiële nucleaire planning onderscheid tussen drie soorten van doelwitten. Bravo stond voor blunting, het stomp maken en uitschakelen van de nucleaire strijdkrachten van de Sovjet-Unie. Romeo stond voor retardation, het vertragen van een Sovjet-opmars. Delta betekende destruction, het vernietigen van de stedelijke en industriële infrastructuur van de Sovjet-Unie. Het stond in de burelen van het Pentagon keurig op papier. Maar in Omaha, waar SAC zijn hoofdkwartier had, hield de werkelijkheid zich niet aan het papier. De aanvalsplannen moesten ook goed uitvoerbaar zijn, en hier kreeg SAC een beslissende stem in het kapittel. Volgens generaal LeMay, de bevelhebber van SAC, waren al die geïsoleerde doelwitten van het Pentagon moeilijk te vinden, en er was geen kans op bonus damage: het vernietigen van twee doelwitten in één atomaire klap. Een concentratie op de stedelijke en industriële doelwitten betekende volgens LeMay een veel efficiënter gebruik van de eerst nog beperkte hoeveelheid kernwapens. SAC ging in eerste instantie uit van 1.700 doelwitten, die in een tegelijkertijd vanuit alle windrichtingen uitgevoerde aanval in één klap vernietigd moesten worden. Op deze manier zou er binnen enkele uren niet meer van de Sovjet-Unie overblijven dan een rokende, radioactieve ruïne.

Deze “dogmatiek” van SAC stond niet open voor tegenspraak, zelfs niet van een gerenommeerde wetenschappelijke instelling als het Californische Instituut voor Technologie Caltech. In 1951 was er een gezamenlijk militair-civiel onderzoeksproject Vista opgestart naar de mogelijke voordelen van het inzetten van tactische kernwapens op het slagveld in plaats van het grootschalige bombarderen van steden. Het na brede studie opgestelde rapport liep uit op de aanbeveling om een tactische luchtmacht in het leven te roepen, die grondtroepen met kleine kernwapens kon ondersteunen en vliegvelden achter het IJzeren Gordijn nucleair handzaam onder vuur kon nemen. Voor de luchtmacht en vooral voor SAC kwam dit neer op vloeken in de kerk. Alle exemplaren van het rapport werden ingenomen en de aanbevelingen werden in diepe krochten van geheime archieven opgeborgen, totdat de geheimhouding dertig jaren later werd opgeheven. Het Pentagon zag niets in de woeste ideeën van “langharige wetenschappers”.

In 1959 was het aantal door SAC gescreende en geselecteerde doelwitten gestegen tot 20.000. SAC wenste een optimum mix van nucleaire, militaire en stedelijke doelwitten. Studies en suggesties om bij een aanval de steden te ontzien, vielen bij SAC niet in goede aarde: de bestuurscentra bij de steden dienden uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat de Sovjets de oorlog alsnog twee jaren met conventionele middelen konden voortzetten. Het uitvoeringsapparaat begon in de VS de strategie te bepalen. SAC groeide uit tot een eliteonderdeel van de strijdkrachten en wilde dat weten ook. Er ontstond een eigen dynamiek waardoor het aantal doelwitten, de voorraad kernwapens en het kaliber ervan bijna autonoom doorgroeiden. Bij de marine en het leger begon onvrede te ontstaan over de dominante rol van SAC. Een gezamenlijke studie van deze twee krijgsmachtonderdelen toonde de overdaad in de planning van SAC aan. Het aantal overlappingen waarbij een doel door meer dan een bommenwerper werd bestookt, was groot. Bij één doelwit waren zelfs 17 bommenwerpers betrokken, die elkaar dus nucleair de lucht uit zouden blazen. SAC verdedigde zich met het argument dat dit doelwit erg belangrijk was en dus een hoge kill probability vereiste.

Welk verhaal bleef er over bij dit soort cijfers? Hoe deze waanzin beheersbaar te maken? Zou een centrale nucleaire planning helpen? Daarover de volgende keer.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: