Cijfers kunnen liegen

Cijfers hebben bij ons nog meer gezag dan feiten. Cijfers zijn immers slechts voor één uitleg vatbaar. In de Koude Oorlog stonden de cijfers echter in dienst van een bepaald verhaal. Niet alle verhalen blijken achteraf betrouwbaar, met hoeveel bombarie, diagrammen en grafieken ze ook werden gepresenteerd. Er kwamen nogal wat mythen in omloop. In het Westen is het niveau van de dreiging door de Sovjet-Unie stelselmatig hoger voorgesteld dan het in werkelijkheid was: threat inflation.

Als een tegenstander aantoonbaar een voorsprong heeft bij een bepaald type bewapening valt daaruit echter nog niet automatisch af te leiden dat de tegenstander agressieve bedoelingen heeft of van plan is een verrassingsaanval te doen, zodat onmiddellijke tegenmaatregelen vereist zijn. De op deze manier ontwikkelde mythe verspert vervolgens de weg naar de onderhandelingstafel. Het Westen hield vaak geen rekening met het feit dat de Sovjet-Unie – in tegenstelling tot de VS – de vernietiging door de oorlog uit eigen ervaring kende en daarom voor militaire avonturen zou kunnen terugschrikken. Omdat de bedoelingen van de tegenstander niet goed konden zijn, werden bewust foutieve cijfers geconstrueerd. De cijfers logen, want de verhalen deugden niet.

Een voorbeeld. Op een gegeven moment hadden de Sovjets een voorsprong bij het aantal en het kaliber van hun kernraketten. Groot alarm in het Westen; er moesten direct raketten bijgeplaatst worden. Wat niet werd verteld: de Sovjet-Unie had geen vooruitgeschoven vliegvelden van waaruit zij de VS met bommenwerpers kon bestoken. De VS had die vliegvelden wel, in Japan en bij de NATO-bondgenoten. De Sovjets moesten zich dus wel op kernraketten concentreren om de VS af te schrikken van het doen van een aanval. Die raketten waren groter en zwaarder omdat ze veel minder precies waren dan de raketten die de VS had. Het gebrek aan kwaliteit werd in de Sovjet-Unie kwantitatief gecompenseerd. De alarmisten in de VS presenteerden wel de cijfers maar lieten de werkelijkheid achter de cijfers weg. En weer werd een stap gezet in de wapenwedloop…

Het verschijnsel van threat inflation dateert al vanaf het begin van de Koude Oorlog. Toen de Sovjet-Unie in 1949 ook een atoombom bleek te hebben, waren de inlichtingendiensten in het Westen volkomen verrast. Op 20 februari 1950 brachten de inlichtingendiensten in de VS een eerste rapport uit met de titel Soviet Intentions and Capabilities. De Sovjet-dreiging, aldus het rapport, kwam voort uit een combinatie van statelijke, expansionistische, totalitaire en ideologische factoren. Van alle mogelijke scenario’s koos men door deze combinatie het meest sombere. De VS had een voorsprong op economisch gebied maar daardoor moest zij zich niet in slaap laten sussen. De Sovjet-Unie had in de oorlog immers bewezen dat zij in korte tijd heel veel capaciteit kon opbouwen. Haar leiders werden niet gehinderd door de publieke opinie, door ethische overwegingen of door internationale normen. Er was dan wel geen bewijs dat de Sovjet-Unie in de nabije toekomst een alomvattende aanval zou doen; maar in de ogen van het Kremlin was de strijd tegen het Westen een meedogenloze, onophoudelijke strijd op leven en dood.

In 1950 kwam het State Department met een nieuw beleidsdocument: NSC 68 (NSC is de afkorting van de door president Truman ingestelde National Security Council). De redactie van het document is gevoerd door de bekende havik Paul Nitze die ook later in de Koude Oorlog veel van zich heeft laten horen. In dualistische zwart-wit taal tekende het rapport een apocalyptisch beeld van een Sovjet-Unie die planmatig werkte aan de ondergang van de vrije wereld. Het woord design komt in dit verband tientallen keren in het rapport voor. Het rapport betekende een trendbreuk: van een politieke beoordeling van de bedoelingen van de Sovjet-Unie naar een analyse van haar militaire mogelijkheden en bedoelingen, van indamming naar actievere tegenmaatregelen, en van bezuinigingen op defensie naar een verviervoudiging van het defensiebudget. Dat laatste kwam er pas van door het uitbreken van de oorlog in Korea, enkele maanden later.

Na het opheffen van de geheimhouding is er zeer kritisch op het taalgebruik en op de inhoud van NSC 68 gereageerd. Het rapport zou echter niet aanvaard zijn als de beleidsmakers van toen de inhoud ervan niet hadden herkend. En zij hadden nog geen zicht op de finesses achter het plotseling uitbreken van de oorlog in Korea, enkele maanden later. Voor hen gold: wat Stalin in Europa had zien mislukken (de blokkade van Berlijn) probeerde hij nu samen met zijn bondgenoot Mao Zedong in Azië. Het gevoel van dreiging werd pas minder na de wapenstilstand van 1953.

Cijfers kunnen liegen. Dat blijkt ook uit de mythen van de bomber gap en de missile gap, de beweerde achterstanden van de VS op het gebied van bommenwerpers en raketten. Daarover de volgende keer.

Gepubliceerd door dsdiederik

Emeritus predikant met liefde voor geschiedenis. Muzikaal taalkunstenaar. Schrijft over Koude Oorlog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: